Rapport vergelijking MRDH

 

Sturen op verlengd lokaal bestuur

Een vergelijkend onderzoek naar de invloed van volksvertegenwoordigers en burgers op de MRDH en andere vervoersautoriteiten

 

Inleiding

Leeswijzer

1. Hoe is de MRDH nu georganiseerd en welke mogelijkheden hebben raadsleden om binnen het huidige model invloed uit te oefenen?

1.1 Inleiding

1.2 Toelichting: wat is de MRDH en hoe is de MRDH georganiseerd?

1.2.1 Wat is de MRDH?

1.2.2 Hoe is de MRDH ontstaan?

1.2.3 Hoe is het bestuur van de MRDH georganiseerd?

1.3 Wat betekent deelname aan de MRDH voor de invloed van de Haagse gemeenteraad en hoe gaat de raad daar op dit moment mee om?

1.3.1 De gemeenteraad staat op afstand van de besluitvorming, omdat besluiten genomen worden door vertegenwoordigende collegeleden

1.3.2 Haagse raadsleden hebben in verschillende vergaderingen de mogelijkheid om onderwerpen die in de MRDH spelen met de Haagse vertegenwoordigers te bespreken

1.4 Welke mogelijkheden heeft de gemeenteraad om invloed uit te oefenen binnen de MRDH?

1.4.1 Proactief: de gemeenteraad kan invloed uitoefenen door kaders mee te geven aan zijn vertegenwoordigers binnen de MRDH

1.4.2 Reactief: de gemeenteraad kan invloed uitoefenen op voorstellen van de MRDH

1.4.3 Reactief: de gemeenteraad kan zijn controlerende taak uitoefenen via de vertegenwoordigende raadsleden en collegeleden binnen de MRDH

2. Wat kan wel en niet veranderd worden aan de inrichting van de MRDH en wat zou verandering betekenen voor de invloed van raadsleden?

2.1 Inleiding

2.2 Toelichting: wat is de Vervoerregio Amsterdam en hoe is deze georganiseerd?

2.3 Eisen en mogelijkheden bij het inrichten van bestuursorganen

2.3.1 Welke bestuursorganen worden door de wet vereist?

2.3.2 Welke ruimte hebben gemeenten om de inrichting van de wettelijk vereiste bestuursorganen te bepalen?

2.3.3 Hoe hebben de MRDH en de VRA de wettelijk vereiste bestuursorganen ingericht?

2.4 Mogelijkheden voor het inrichten van advies- en bestuurscommissies

2.4.1 Welke ruimte geeft de wet om commissies in te richten?

2.4.2 Hoe geven de MRDH en de VRA invulling aan commissies?

3. Wat als de verkeer en vervoerstaken naar de provincie gaan? Wat betekent dit voor de invloed van volksvertegenwoordigers (lokaal en provinciaal)?

3.1 Inleiding

3.2 Toelichting: wat doet een provincie op het gebied van verkeer en vervoer?

3.3 Wat betekent het voor de invloed van volksvertegenwoordigers (op provinciaal en gemeentelijk niveau) als de provincie verantwoordelijk is voor de verkeers- en vervoertaken?

3.3.1 Volksvertegenwoordigers op provinciaal niveau stellen kaders vast en controleren Gedeputeerde Staten

3.3.2 Volksvertegenwoordigers op gemeentelijk niveau staan op afstand van het provinciebestuur en worden in een adviesrol betrokken

3.4 Kan de Haagse gemeenteraad besluiten om uit de MRDH te stappen?

4. Hoe is de inspraak van burgers geregeld binnen de MRDH, de VRA en de Provincie?

4.1 Inleiding

4.2 Wettelijke verplichtingen met betrekking tot inspraak van burgers

4.3 Inspraak van burgers in de verschillende vervoersautoriteiten

4.3.1 Wat hebben de drie vervoersautoriteiten schriftelijk vastgelegd over de inspraak van burgers?

4.3.2 Hoe ziet de inspraak van burgers er voor de drie vervoersautoriteiten in de praktijk uit?

Bijlage: Literatuur

Documenten op het Raadsinformatiesysteem gemeente Den Haag

Overige documenten

Wet- en regelgeving

Inleiding

De Haagse gemeenteraad uit op verschillende manieren zijn zorgen over de democratische legitimiteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (hierna: MRDH). De gemeenteraad vraagt zich onder meer af of de raad wel voldoende betrokken is bij besluiten over het openbaar vervoer (OV) in de stad, die genomen worden door de MRDH. Daarom heeft de raad de Rekenkamer Den Haag in een motie verzocht om onderzoek te doen naar de MRDH.[1] Met dit rapport geeft de rekenkamer invulling aan het verzoek van de raad.[2]

De gemeenteraad heeft voorafgaand aan het aannemen van de aangehaalde motie ook enkele keren een amendement of motie aangenomen, waarin de raad zich heeft uitgesproken over het gebrek aan democratische legitimiteit binnen de MRDH.[3] Raadsleden stellen bijvoorbeeld dat zij niet genoeg worden meegenomen bij ingrijpende beslissingen over het OV, zoals de opheffing van een tramhalte.[4] In het verlengde daarvan voelen raadsleden zich geconfronteerd met besluiten die reeds zijn vastgesteld door de MRDH.[5] Daarnaast zijn raadsleden ontevreden over de mate waarin burgers betrokken worden bij besluitvorming van de MRDH.[6]

Ook de gemeenteraad van Rotterdam heeft haar rekenkamer in 2021 in een motie verzocht onderzoek te doen naar de MRDH. De Rekenkamer Rotterdam heeft, naar aanleiding van deze motie, een onderzoek uitgevoerd naar het Economisch Vestigingsklimaat van de MRDH. Raadsleden hadden onder andere behoefte aan meer inzicht in de rol en positie van de raad ten opzichte van de MRDH en de mate waarin zij geïnformeerd werden over economische ontwikkelingen.[7] In het rapport is vooral gekeken naar de manier waarop raadsleden advies konden geven op voorstellen van de MRDH en welke praktische knelpunten raadsleden hebben ervaren met betrekking tot de MRDH.

Het ongenoegen over gemeenschappelijke regelingen[8], zoals de MRDH, leeft ook onder raadsleden buiten Den Haag en Rotterdam. Zo blijkt uit een enquête onder raadsleden in heel Nederland dat 43 procent van de respondenten van mening is dat gemeenschappelijke regelingen gemeenteraden minder belangrijk maken bij de vorming van gemeentelijk beleid.[9]

Met dit rapport wil de Rekenkamer Den Haag laten zien welke mogelijkheden raadsleden hebben om invloed uit te oefenen op de activiteiten van een vervoersautoriteit, waarbij we een vergelijking maken met een andere gemeenschappelijke regeling en een provincie. Dit doen we door inzicht te bieden in de manier waarop de invloed van volksvertegenwoordigers georganiseerd is binnen de MRDH en aanvullend binnen andere vervoersautoriteiten in de vorm van de Vervoerregio Amsterdam (hierna: VRA) en de provincie Utrecht.[10] Dit biedt zicht op de invulling van de rol van volksvertegenwoordigers wanneer taken en verantwoordelijkheden op een andere wijze dan nu binnen de MRDH, georganiseerd zouden zijn. Ook geven we met dit rapport inzicht in de manier waarop burgers worden betrokken bij besluitvorming in de drie vervoersautoriteiten.

Leeswijzer

Het rapport bestaat uit drie hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk schetst de rekenkamer de mogelijkheden die raadsleden hebben om invloed uit te oefenen binnen het huidige model van de MRDH, zijnde een gemeenschappelijke regeling, en hoe de Haagse gemeenteraad daar op dit moment gebruik van maakt. In het tweede hoofdstuk beschrijven we de mogelijkheden die de Wet gemeenschappelijke regelingen (hierna: Wgr) biedt aan gemeenten bij het opzetten van een gemeenschappelijke regeling. Daarbij maakt de rekenkamer een vergelijking tussen de MRDH en de VRA. Hierin laten we zien hoe de deelnemende gemeenten verschillend invulling hebben gegeven aan het bestuur van deze gemeenschappelijke regelingen. Ook lichten we toe wat dit betekent voor de invloed van volksvertegenwoordigers. In het derde hoofdstuk beschrijven we hoe volksvertegenwoordigers (op provinciaal en gemeentelijk niveau) invloed uit kunnen oefenen op het gebied van verkeer en vervoer als deze taken bij de provincie (zoals in Utrecht) belegd zijn. Tot slot richt het vierde hoofdstuk zich op de inspraak van burgers binnen de vervoersautoriteiten.

In ieder hoofdstuk komen voorbeelden aan bod van besluitvormingsprocessen binnen de gemeenschappelijke regelingen van de MRDH en de VRA, en de provincie Utrecht. Met deze voorbeelden laten we zien hoe de besluitvormingsprocessen van de verschillende vervoersautoriteiten er in de praktijk uitzien. Het gaat dan om besluitvorming over de jaarlijkse vervoerplannen en over beleidsdocumenten van de desbetreffende vervoersautoriteit.

Hoe is de MRDH nu georganiseerd en welke mogelijkheden hebben raadsleden om binnen het huidige model invloed uit te oefenen?

Inleiding

In dit hoofdstuk beschrijven we wat de MRDH is, hoe de MRDH is georganiseerd en welke taken de bestuursorganen van de MRDH hebben. Daarna leggen we kort uit dat de deelname aan een gemeenschappelijke regeling, zoals de MRDH er één is, ervoor zorgt dat raadsleden in vergelijking met eigen gemeentelijke uitvoering meer op afstand van besluitvorming komen te staan. Vervolgens beschrijven we hoe raadsleden hun controlerende en kaderstellende rol, ondanks deze afstand, toch kunnen vervullen ten aanzien van het beleid en de uitvoering van de MRDH. Hierbij lichten wij ook toe hoe er in de gemeente Den Haag op dit moment invulling wordt gegeven aan deze controlerende en kaderstellende rol van de gemeenteraad ten opzichte van de MRDH.

Het doel van dit hoofdstuk is om inzicht te bieden in de mogelijkheden die raadsleden hebben om hun controlerende en kaderstellende rol binnen het huidige model van de MRDH uit te oefenen.

Toelichting: wat is de MRDH en hoe is de MRDH georganiseerd?

Wat is de MRDH?

De MRDH is een gemeenschappelijke regeling en bestaat uit 21 deelnemende gemeenten. Dat houdt in dat de MRDH een samenwerkingsverband is tussen verschillende gemeenten met de taak een gedeeld belang te behartigen.

De MRDH heeft een wettelijke taak als vervoersautoriteit en is zodoende verantwoordelijk voor het uitvoeren van de wettelijke taken op het gebied van verkeer en vervoer in de 21 gemeenten.[11] Dit gaat om taken zoals het aanleggen en onderhouden van het spoor voor tram en metro en het uitgeven van concessies aan vervoersbedrijven.[12]

De MRDH en de VRA, die de taak van vervoersautoriteit voor hun regio vervullen, zijn uitzonderingen, omdat de Wet personenvervoer bepaalt dat deze taak op het gebied van verkeer en vervoer normaal gesproken bij de Gedeputeerde Staten van provinciebesturen ligt. [13] Deze taak is dus wettelijk niet belegd bij gemeentebesturen. De MRDH is dan ook een uitzonderlijke gemeenschappelijke regeling, omdat het gebruikelijk is dat aan een gemeenschappelijke regeling taken en verantwoordelijkheden worden overgedragen die in oorsprong aan de deelnemende overheden toebehoren.[14] De MRDH en de VRA zijn echter door het Rijk verantwoordelijk gemaakt voor een taak die in zijn oorsprong juist niet bij de deelnemende gemeenten ligt. Deze taak wordt niet bekostigd door de deelnemende gemeenten. De MRDH en de VRA ontvangen hiervoor rechtstreeks middelen vanuit het Rijk.[15] Naast deze taak hebben de deelnemende gemeenten van de MRDH ook andere taken en verantwoordelijkheden overgedragen aan het samenwerkingsverband, zoals het verbeteren van de bereikbaarheid in de regio en het stimuleren van de regionale economie.[16] Deze taken worden bekostigd via een bijdrage van de deelnemende gemeenten.[17]

Hoe is de MRDH ontstaan?

De MRDH is een antwoord op een bestuurlijk vraagstuk dat al decennia speelt: wat is de beste manier om bovenlokale vraagstukken aan te pakken?

Hoe de totstandkoming van de MRDH is verlopen, lichten we hieronder toe.

In 1994 zijn zogeheten kaderwetgebieden opgericht. Dit waren zeven regionale samenwerkingsgebieden, alle in de vorm van een gemeenschappelijke regeling. De kaderwetgebieden waren allemaal gelegen in en rond grote steden, waaronder Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht.[18]

Vanaf 1996 werden de kaderwetgebieden verantwoordelijk voor het lokale vervoer in hun regio en het Rijk voor het streekvervoer. Voor het uitvoeren van hun taken met betrekking tot het stad- en streekvervoer kregen de kaderwetgebieden zogeheten BDU-middelen van het Rijk.

In 2006 trad de Wijzigingswet Wgr-plus[19] in werking. Hiermee werden de kaderwetgebieden vervangen door zogeheten plusregio’s.[20] Deze plusregio’s waren gemeenschappelijke regelingen, waarin grote steden samenwerkten met omliggende gemeenten. In de regio rond de gemeente Den Haag heette dit samenwerkingsverband Stadsgewest Haaglanden.

Met de inwerkingtreding van de Wijzigingswet Wgr-plus ontstond echter veel discussie over het ontstaan van een nieuwe bestuurslaag tussen provincies en gemeenten.[21] Er werd besloten om de wet na vijf jaar te evalueren. Bij de evaluatie bleek dat er veel kritiek was op de regionale constructies. Het democratisch gehalte zou te laag zijn en de kaderwetgebieden zouden de bestuurlijke druk verergeren. Hoewel de samenwerkingsverbanden bedoeld waren als een verlenging van het lokale bestuur, waren er signalen dat kiezers en raadsleden afstand en gebrek aan invloed met betrekking tot het regionaal bestuur ervaarden.[22] Het kabinet besloot te werken naar afschaffing van de plusregio’s.[23]

In 2010 heeft het kabinet de plusregio’s afgeschaft. Voordat het kabinet hiertoe besloot was de samenwerking tussen het Stadsgewest Den Haag en haar tegenhanger in de omstreken Rotterdam, de Stadsregio Rotterdam, al geïntensiveerd. Ook waren er in Den Haag en Rotterdam al gesprekken gevoerd over het nut van een metropoolregio.[24] Het kabinet was van plan de verkeers- en vervoertaken van de plusregio’s over te dragen aan de provincies. Dit was niet het geval voor Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Hier dienden de taken te worden overgenomen door twee vervoerregio’s. Om dit te realiseren vroeg het kabinet de gemeenten rondom Amsterdam en de gemeenten rondom Den Haag en Rotterdam te komen tot een gemeenschappelijke regeling.[25] In de regio van Rotterdam en Den Haag was de MRDH hier het antwoord op.

Aanvankelijk zou de provincie ook onderdeel zijn van de MRDH, maar de provincie besloot uiteindelijk niet deel te nemen.[26] Bij de vormgeving van de MRDH is besloten om het takenpakket te beperken tot verkeers- en vervoertaken en taken op het gebied van het Economisch Vestigingsklimaat. De andere taken die eerder toebedeeld waren aan plusregio’s, gingen weer terug naar het gemeentelijk niveau.[27]

Hoe is het bestuur van de MRDH georganiseerd?

De deelnemende gemeenten hebben het bestuur van de MRDH vormgegeven binnen de kaders van de Wgr. Hieronder geven wij een beschrijving van deze vormgeving als het gaat om de verkeers- en vervoertak van de MRDH.

Wij kijken niet alleen naar de taken en bevoegdheden van de verschillende organen, maar ook naar de leden van de organen. Als gemeenschappelijke regeling bestaan alle onderlinge organen namelijk uit leden van de deelnemende gemeentebesturen, die als vertegenwoordigers optreden in het bestuur van de MRDH. In het volgende figuur zijn de bestuursorganen van de MRDH schematisch weergegeven. Voor deze organen lichten wij, in dit hoofdstuk, kort toe hoe de Haagse situatie eruit ziet en door wie de gemeenteraad wordt vertegenwoordigd. Afbeelding met tekst, schermopname, Lettertype, diagram Automatisch gegenereerde beschrijving

Figuur 1. Organogram verkeers- en vervoertak MRDH

Het bestuur van de verkeers- en vervoertak van de MRDH bestaat uit:

Het algemeen bestuur: besluitvormend

Het algemeen bestuur is het hoogst besluitvormend orgaan binnen de MRDH en stelt het beleid en de financiële en juridische kaders van de MRDH vast. Het algemeen bestuur bestaat uit één gekozen vertegenwoordiger per deelnemende gemeente, aangevuld door de burgemeesters én de wethouders Verkeer en Vervoer van de gemeenten Den Haag en Rotterdam. Raadsleden hebben, zoals geadviseerd in de toelichting van de gemeenschappelijke regeling, geen zitting in het algemeen bestuur.[28]


Haagse situatie

De gemeente Den Haag wordt in het algemeen bestuur vertegenwoordigd door de burgemeester en de wethouder Verkeer en Vervoer. Naast deze twee vaste vertegenwoordigers heeft de gemeente Den Haag de wethouder Financiën aangewezen als de derde vertegenwoordiger.[29]


Het dagelijks bestuur: uitvoerend

Het dagelijks bestuur is de agendacommissie van het algemeen bestuur en bestaat uit de burgemeesters van Den Haag en Rotterdam en drie leden, die het algemeen bestuur uit zijn midden heeft gekozen. Het dagelijks bestuur heeft de verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van beslissingen van het algemeen bestuur voor zover deze niet zijn gedelegeerd aan de bestuurscommissie Vervoersautoriteit.[30]


Haagse situatie

De burgemeester van Den Haag neemt als vertegenwoordiger van het algemeen bestuur deel aan het dagelijks bestuur.


De bestuurscommissie Vervoersautoriteit: uitvoerend

De bestuurscommissie Vervoersautoriteit ontwikkelt en realiseert beleid (binnen de kaders die gesteld zijn door het algemeen bestuur) en neemt maatregelen. De bestuurscommissie Vervoersautoriteit bestaat uit de wethouders Verkeer en Vervoer van de deelnemende gemeenten.[31] De wettelijke taken m.b.t. het verkeer en vervoer heeft het algemeen bestuur bij verordening overgedragen aan de bestuurscommissie Vervoersautoriteit. Het gaat daarbij om zaken als het opstellen van een Programma van Eisen, het verlenen van concessies en het verlenen van vergunningen.[32]


Haagse situatie

De gemeente Den Haag wordt in de bestuurscommissie Vervoersautoriteit vertegenwoordigd door de wethouder Verkeer en Vervoer.


De adviescommissie Vervoersautoriteit: adviserend

De adviescommissie Vervoersautoriteit adviseert het algemeen bestuur en de bestuurscommissie Vervoersautoriteit over aangelegenheden van de vervoersautoriteit. De adviescommissie bestaat uit twee raadsleden per gemeente die zijn aangewezen door de eigen gemeenteraad.[33] De adviescommissie is bevoegd om een advies uit te brengen over een besluit dat via een zienswijzeprocedure aan de deelnemende gemeenteraden is voorgelegd, een advies uit te brengen op verzoek van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit of op eigen initiatief een advies uit te brengen. [34]


Haagse situatie

Vanuit Den Haag zijn door de gemeenteraad, op voordracht van het presidium, twee raadsleden en één plaatsvervanger aangewezen voor deelname aan de adviescommissie.


De rekeningcommissie: adviserend

De rekeningcommissie adviseert het algemeen bestuur over de vaststelling van de jaarrekening en bestaat uit één raadslid per gemeente dat is aangewezen door de eigen gemeenteraad.[35]


Haagse situatie

Vanuit Den Haag is door de gemeenteraad, op voordracht van het presidium, één raadslid aangewezen voor deelname aan de rekeningcommissie.


Het algemeen bestuur heeft ook een bestuurscommissie en een adviescommissie ingesteld voor de economische tak van de MRDH: het Economisch Vestigingsklimaat. Deze bestuurscommissie en adviescommissie Economisch Vestigingsklimaat houden zich bezig met de economische ontwikkeling in de deelnemende gemeenten van de MRDH. De organisatie van het bestuur ziet er voor de vervoersautoriteit en de economische tak van de MRDH grotendeels hetzelfde uit. De rekeningcommissie verschilt met de adviescommissie Vervoerautoriteit en de adviescommissie Economisch Vestigingsklimaat, omdat de rekeningcommissie zich bezighoudt met de hele MRDH en niet met één van de afzonderlijke taken.

Wij hebben in dit onderzoek niet gekeken naar besluitvormingsprocessen en de betrokkenheid van raadsleden binnen de economische tak, omdat Haagse raadsleden meer inzicht wensten in de besluitvorming en mogelijkheden tot invloed voor wat betreft de verkeers- en vervoertak van de MRDH.[36]

Wat betekent deelname aan de MRDH voor de invloed van de Haagse gemeenteraad en hoe gaat de raad daar op dit moment mee om?

Voordat we ingaan op de mogelijkheden die de raad heeft om invloed uit te oefenen op de MRDH, schetsen we kort wat deelname aan een gemeenschappelijke regeling zoals de MRDH betekent voor de invloed van raadsleden en lichten wij toe hoe de Haagse gemeenteraad haar invloed op dit moment vormgeeft.

De gemeenteraad staat op afstand van de besluitvorming, omdat besluiten genomen worden door vertegenwoordigende collegeleden

Door deelname aan een gemeenschappelijke regeling, zoals de MRDH, staan gemeenteraden op afstand van besluitvorming. Het aangaan van een gemeenschappelijke regeling betekent voor gemeenteraden dat zij geen directe rol hebben in de besluitvorming met betrekking tot de taken en verantwoordelijkheden die zijn overgedragen aan deze regeling.[37] Met het aangaan van een gemeenschappelijke regeling, hevelen gemeenten in de meeste gevallen taken over naar dat samenwerkingsverband. De MRDH is een uitzonderlijke gemeenschappelijke regeling omdat de totstandkoming is opgedragen door het Rijk. Het Rijk heeft daarbij ook direct de taken op het gebied van regionaal verkeer en vervoer bij deze gemeenschappelijke regeling belegd.

Besluitvorming werkt bij de MRDH echter net als bij andere gemeenschappelijke regelingen. Besluiten worden genomen door vertegenwoordigers van de deelnemende gemeenteraden die zitting hebben in het bestuur van de gemeenschappelijke regeling. Voor de gemeente Den Haag zijn dit de burgemeester en wethouders in het algemeen bestuur en de wethouder Verkeer en Vervoer in de bestuurscommissie Vervoersautoriteit.

Haagse raadsleden hebben in verschillende vergaderingen de mogelijkheid om onderwerpen die in de MRDH spelen met de Haagse vertegenwoordigers te bespreken

De Haagse gemeenteraad behandelt de onderwerpen die binnen de MRDH spelen in verschillende vergaderingen en overleggen. Deze onderwerpen worden in twee commissies besproken: de commissie Leefomgeving en de commissie Bestuur. Deze commissies zijn verantwoordelijk voor de voorbereiding op het betreffende onderwerp en hebben de MRDH als vast agendapunt. De onderwerpen worden zo nodig ook in de raadsvergadering behandeld. Naast behandeling in de raad en commissies bestond er tot 2024 een speciaal overleg om de betrokkenheid van de gemeenteraad bij de MRDH te vergroten: het Haags MRDH overleg.

De vertegenwoordigende raads- en collegeleden in de MRDH vormden de vaste leden van het Haags MRDH overleg. Hiermee werd voornamelijk afstemming tussen de vertegenwoordigers van de gemeenteraad bevorderd. Andere raads- en collegeleden konden ook aansluiten bij het overleg, maar hier werd in de praktijk weinig gebruik van gemaakt.[38]

Vanaf begin 2024 is met het Haags MRDH overleg gestopt en wordt daarvoor in de plaats de agenda van de adviescommissie Vervoersautoriteit besproken in de commissie Bestuur, naast de vaste agendering van de MRDH in de vergaderingen van de commissie Leefomgeving. Agendering in de commissie Bestuur heeft als voordeel dat hier de burgemeester, lid van het dagelijks bestuur van de MRDH, ook aanwezig kan zijn.

In de volgende paragrafen lichten we dit verder toe.

De commissies en gemeenteraad

De MRDH wordt binnen de Haagse raad vaak pas besproken, wanneer daar aanleiding toe is met bijvoorbeeld een voorstel, brief of vergadering. Deze kunnen na voorbereiding in de commissie(s) besproken worden in de gemeenteraad. Bij een zienswijzeprocedure wordt een voorstel van de MRDH en een concept zienswijze van het college eerst besproken in de commissie(s) en vervolgens behandeld in de gemeenteraad. De MRDH besluit vervolgens wat met de zienswijzen van de verschillende gemeenten wordt gedaan. De vertegenwoordigende raadsleden, collegeleden en burgemeester kunnen zich naderhand in zowel de commissievergaderingen als de gemeenteraadsvergaderingen verantwoorden over hoe zij hun rol bij de besluitvorming binnen de MRDH hebben vervuld.


Analyse van vergaderingen over de MRDH in de commissies

Uit een analyse van de vergaderverslagen van de commissies Leefomgeving en Bestuur uit 2023 blijkt dat de MRDH in 26 procent van de vergaderingen van de commissie Bestuur is besproken. In de overige 74 procent van de vergaderingen is het agendapunt overgeslagen. In de vergaderingen waar het agendapunt wel besproken is, ging het in de helft van de gevallen om een mededeling over een toekomstig overleg of bijeenkomst over de MRDH.[39] In de andere helft van de gevallen waren de vergaderingen gevuld met terugkoppeling over overleggen, bijeenkomsten of vergaderingen of is er gediscussieerd over de MRDH aan de hand van ingekomen stukken.[40] In de vergaderingen van de commissie Leefomgeving is het agendapunt in een kleine meerderheid van de vergaderingen van 2023 gebruikt: in 52 procent van de vergaderingen. Het overgrote deel van deze vergaderingen bestond uit terugkoppeling of een discussie over ingekomen stukken van de MRDH. In een aantal andere vergaderingen werden raadsleden op de hoogte gebracht van een komend overleg of bijeenkomst.[41]


Het betrekken van de gemeenteraad bij de Haagse vertegenwoordiging in de MRDH

Om de betrokkenheid van de gemeenteraad bij de MRDH te vergroten, bestond er van 2016 tot begin 2024 een maandelijks Haags MRDH overleg. Al snel na oprichting van de MRDH gaf de Haagse gemeenteraad namelijk aan zich niet betrokken genoeg te voelen bij de gemeenschappelijke regeling. Het doel van dit overleg was om een betere informatie-uitwisseling te creëren tussen de vertegenwoordigers in de MRDH en de commissies. De leden van dit overleg waren de raadsleden, wethouders en burgemeester die als vertegenwoordigers optreden in de MRDH. De raadsleden uit de adviescommissies zijn tevens lid van de relevante commissies van de raad en zorgden voor de informatie-uitwisseling tussen de commissies en het Haags MRDH overleg. Raads- en collegeleden die geen lid waren van het Haags MRDH overleg konden dit overleg wel bijwonen.

Bij het instellen van het Haags MRDH overleg zijn in 2016 ook afspraken gemaakt over de manier waarop de gemeenteraad betrokken wordt bij de MRDH[42]:

  • De inhoudelijke jaarplanning van de MRDH wordt door de griffie en ambtelijke organisatie gescreend op relevantie en wordt onderdeel van de termijnagenda’s van de commissies en raad;
  • De vertegenwoordigende raads- en collegeleden hebben een (wettelijke) informatieplicht die actief wordt ingevuld door de vergaderingen van de MRDH-organen standaard te agenderen in de commissie(s);
  • De MRDH wordt verzocht om terugkoppeling door de vertegenwoordigende raads- en collegeleden te faciliteren door korte schriftelijke verslagen op te stellen. Ook wordt de MRDH verzocht om de vindbaarheid van stukken te verbeteren en om een technische vragenronde in te stellen gedurende zienswijzeprocedures;
  • De stukken van de MRDH worden in het raadsinformatiesysteem van de gemeente Den Haag (RIS) opgenomen.
  • In een ambtelijke notitie van de MRDH voor de commissie Leefomgeving wordt het instellen van klankbordgroepen (zoals het Haags MRDH overleg) aangeraden, omdat dit zou helpen eenduidig en vanuit lokaal perspectief een goede bijdrage te leveren aan de beleidsontwikkeling en -uitvoering van de MRDH. De MRDH merkt op dat deze klankbordgroepen raadsleden, die niet lid zijn van een adviescommissie, de kans biedt om kennis te nemen van de ontwikkelingen binnen de MDRH en om vertegenwoordigers waar nodig bij te sturen.[43] Raadsleden die geen lid waren van het Haagse MRDH overleg, maakten hier echter weinig gebruik van. Vanaf begin 2024 is daarom met het Haags MRDH overleg gestopt. In plaats hiervan wordt de agenda van de adviescommissie Vervoersautoriteit voortaan besproken in de commissie Leefomgeving. Hierbij kunnen zowel de verantwoordelijke portefeuillehouder en de burgemeester, beiden vertegenwoordigers in de MRDH, uitgenodigd worden.

Welke mogelijkheden heeft de gemeenteraad om invloed uit te oefenen binnen de MRDH?

Ondanks het feit dat de gemeenteraad op afstand staat van de besluitvorming binnen de MRDH, kan de raad toch invloed uitoefenen op deze besluitvorming. De gemeenteraad kan binnen het huidige model op de volgende manieren invloed uitoefenen:

  • De gemeenteraad kan speerpunten of aanwijzingen meegeven aan de raads- en collegeleden die vertegenwoordiger zijn binnen de organen van de MRDH.
  • De gemeenteraad kan advies geven door zienswijzeprocedures en via de raadsleden door wie de raad vertegenwoordigd wordt in de adviescommissie Vervoersautoriteit en de rekeningcommissie.
  • De gemeenteraad kan de raads- en collegeleden die als vertegenwoordigers optreden binnen de MRDH controleren door informatie bij hen op te vragen en doordat zij zich tegenover de raad verantwoorden.

Met deze mogelijkheden kan de gemeenteraad zijn kaderstellende en controlerende rol invullen.

De democratische legitimiteit van samenwerkingsverbanden, zoals de MRDH, is gestoeld op de mogelijkheden die gemeenteraden hebben om hun kaderstellende en controlerende rol uit te voeren:[44]

Democratische legitimiteit refereert naar de gedachte dat verkozen volksvertegenwoordigers ten grondslag dienen te liggen van het openbaar bestuur. Op landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau bestaat het hoogste orgaan van het bestuurlijk bestel uit volksvertegenwoordigers.

Een gemeenschappelijke regeling is een vorm van bestuur, dat geen eigen orgaan heeft dat bestaat uit verkozen volksvertegenwoordigers. De democratische legitimiteit is dan ook indirect: de volksvertegenwoordigers van de deelnemende besturen vormen indirect de democratische legitimiteit van de gemeenschappelijke regeling. Dit wordt ook wel ‘verlengd lokaal bestuur’ genoemd.[45]

De Wgr is in 2022 gewijzigd. De wet is gewijzigd om de democratische legitimiteit van gemeenschappelijke regelingen én de kaderstellende en controlerende rol van onder andere gemeenteraden te versterken. Deze wetswijziging betekent dat gemeenschappelijke regelingen hier binnen twee jaar na inwerkingtreding van de wetswijziging in overeenstemming mee moeten zijn. De MRDH en de VRA zijn dan ook bezig met het aanpassen van hun regeling. Hierin worden onder andere duidelijke afspraken vastgelegd over de (actieve) informatieplicht. Maar ook regels over uittreding en een nieuwe bepaling met betrekking tot burgerparticipatie maken onderdeel uit van de nieuwe gemeenschappelijke regelingen.[46] De Haagse gemeenteraad heeft de gewijzigde gemeenschappelijke regeling op 30 mei 2024 aangenomen, met als doel dat deze op 1 juli 2024 in werking treedt.[47]

In de volgende paragrafen worden de manieren waarop de Haagse gemeenteraad invloed uit kan oefenen binnen de MRDH nader toegelicht.

Proactief: de gemeenteraad kan invloed uitoefenen door kaders mee te geven aan zijn vertegenwoordigers binnen de MRDH

Gemeenteraden kunnen, voordat er een voorstel van de MRDH ligt voor een bepaald besluit, kaders aan hun vertegenwoordigers in de MRDH-organen meegeven. Met deze kaders kunnen gemeenteraden vastleggen wat de belangrijkste doelen zijn voor hun gemeente met betrekking tot verkeer en vervoer. De gemeentelijke vertegenwoordigers kunnen, met door de gemeenteraad opgestelde kaders in het achterhoofd, binnen de MRDH de eigen gemeentelijke doelen nastreven. Dit biedt de mogelijkheid om gericht en proactief invloed uit te oefenen op het beleid van de MRDH.[48]

Het vooraf bepalen van de belangrijkste doelen is onder meer van belang omdat een belangrijk deel van de voorbereiding en besluitvorming op het gebied van verkeer en vervoer plaatsvindt binnen de bestuurscommissie Vervoersautoriteit, waar de wethouder Verkeer en Vervoer als vertegenwoordiger van de gemeente zitting in heeft. Afstemming vooraf tussen de raad en de wethouder Verkeer en Vervoer over de doelen van de gemeente is daarom belangrijk.

In de gemeenschappelijke regeling van de MRDH zijn over het opstellen van kaders geen richtlijnen opgenomen en het is dus aan gemeenten en gemeenteraden zelf om hier invulling aan te geven. In een ambtelijke notitie over de betrokkenheid van gemeenteraden bij de MRDH wordt gesteld dat raadsleden ‘via hun reguliere instrumentarium aan de voorkant van processen’ kaders kunnen meegeven aan vertegenwoordigende collegeleden. De MRDH merkt op dat daar in de praktijk maar in beperkte mate gebruik van wordt gemaakt.[49]

Uit ons onderzoek kwamen twee voorbeelden naar voren waarin gemeenten proactief zelf kaders opstellen voor hun inbreng in de MRDH (zie kader hieronder).


Voorbeelden van het proactief opstellen van kaders door gemeenten

In Krimpen aan den IJssel is er intensief contact geweest tussen raadsleden, wethouders en de burgemeester. Deze gemeente was zich ervan bewust dat zij, in de context van 20 andere MRDH gemeenten, hun eigen speerpunten scherp moest hebben. De raadsleden, wethouders en de burgemeester hebben duidelijk gemaakt welke (drie tot vijf) punten zij voor de eigen gemeente gedaan wilden krijgen: ‘wat kunnen we uit de regionale samenwerking halen?’.[50]

De gemeente Wassenaar heeft een zogeheten position paper opgesteld. In dit document staat beschreven wat de gemeente belangrijk vindt en wat zij uit de MRDH wil halen. Over dit document wordt gediscussieerd in de hele raad en raadsleden kunnen amendementen en moties gebruiken om het document zelf vorm te geven.[51]


Voorbeeld van de houding van de Haagse raad ten opzichte van de jaarplanning van de MRDH

De jaarplanning van de MRDH is in de lange termijnagenda’s van de commissies en de raadsvergaderingen opgenomen. De raad heeft echter niet vastgelegd hoe het op de inhoud van deze jaarplanning wil anticiperen.[52]


Reactief: de gemeenteraad kan invloed uitoefenen op voorstellen van de MRDH

Gemeenteraden worden in een adviserende rol betrokken bij voorstellen van de MRDH. Dit gebeurt bij besluitvormingsprocessen, waarbij gemeenteraden direct een rol spelen via zienswijzeprocedures en indirect via de vertegenwoordigende raadsleden in de adviescommissie Vervoersautoriteit en de rekeningcommissie. In deze gevallen heeft de MRDH een voorstel voor een besluit voorbereid en kunnen de gemeenteraden of hun vertegenwoordigers een advies hierover geven.

Bij een zienswijzeprocedure wordt de gemeenteraad betrokken doordat een voorstel, voordat er besluitvorming over plaatsvindt, eerst naar de deelnemende raden wordt verzonden zodat zij hier hun visie op kunnen geven.


Voorbeelden van de betrokkenheid van de gemeenteraad bij de MRDH via de zienswijzeprocedures

De gemeenteraad heeft tijdens de zienswijzeprocedure zijn visie op de ontwerp-Strategische Agenda van de MRDH 2023-2026 mogen geven. Na afsluiting van de zienswijzeprocedure werden de ingezonden zienswijzen van al de deelnemende gemeenteraden besproken in de adviescommissie Vervoersautoriteit.[53] Deze bespreking was bedoeld om de rode lijnen uit de diverse zienswijzen te halen en zo een advies te formuleren.

De jaarlijkse begroting van de MRDH gaat, voorafgaand aan vaststelling door het algemeen bestuur, ook eerst langs de raden van de deelnemende gemeenten via een zienswijzeprocedure.[54]

De gemeenteraad wordt ook betrokken bij besluitvorming via zijn vertegenwoordigers in de adviescommissie Vervoersautoriteit. In deze adviescommissie zitten twee raadsleden per deelnemende gemeenten. De adviescommissie kan een advies geven als onderdeel van het besluitvormingsproces.


Voorbeelden van de betrokkenheid van de gemeenteraad via hun vertegenwoordigers in de adviescommissie

De Strategische Agenda 2023-2026 is een richtinggevend document waarin de koers voor de Metropoolregio Rotterdam Den Haag uiteen wordt gezet. Het document beschrijft de belangrijkste opgaven en opdrachten voor het samenwerkingsverband.

De MRDH heeft de adviescommissie Vervoersautoriteit tijdens het besluitvormingsproces van de actualisatie van de Strategische Agenda op verschillende momenten betrokken. De gemeenteraad kon, via hun vertegenwoordigers in de adviescommissie Vervoersautoriteit, op deze momenten invloed uitoefenen op de besluitvorming:

  • De adviescommissie is uitgenodigd om mee te denken over de actualisatie van de Strategische Agenda.
  • De adviescommissie heeft een advies uit mogen brengen over de ontwerp-Strategische Agenda.
  • De adviescommissie heeft een advies uitgebracht richting het algemeen bestuur van de MRDH over het verwerken van de rode lijnen uit de zienswijzen van de deelnemende gemeenten.

Voorbeelden van de betrokkenheid van de gemeenteraad via hun vertegenwoordigers in de rekeningcommissie

Gemeenteraden worden via hun vertegenwoordiger in de rekeningcommissie, ook betrokken bij de jaarrekening van de MRDH. Dit gebeurt op de volgende manier:

Bij het vaststellen van de jaarrekening wordt het algemeen bestuur geadviseerd door de rekeningcommissie van de MRDH. In de rekeningcommissie zit één raadslid per deelnemende gemeente. De rekeningcommissie voert het jaarrekeningenonderzoek uit en stelt daar een verslag van op waar het advies van de commissie in is opgenomen.[55] De rekeningcommissie kan het algemeen bestuur ook vragen om een indemniteitsbesluit. Met dit besluit kan de rekeningcommissie kenbaar maken dat zij van mening is dat de jaarrekening niet kan worden vastgesteld.[56]


De raad wordt in een adviserende rol dus op verschillende manieren bij voorstellen van de MRDH betrokken. Naast de betrokkenheid in een adviserende rol kunnen raadsleden ook nog op een andere manier invloed uitoefenen. Besluitvorming vindt namelijk plaats in het algemeen bestuur of de bestuurscommissie Vervoersautoriteit en de raad kan, via de burgemeester en wethouders, invloed uitoefenen op de besluitvorming in deze organen. Als deze gemeentelijke vertegenwoordigers geïnstrueerd worden door de gemeenteraad kunnen zij pleiten voor de standpunten van de eigen gemeente.

Reactief: de gemeenteraad kan zijn controlerende taak uitoefenen via de vertegenwoordigende raadsleden en collegeleden binnen de MRDH

Er zijn regels vastgelegd over de manier waarop een vertegenwoordiger van de gemeente in de MRDH ter verantwoording kan worden geroepen door de eigen raad.[57] Vertegenwoordigende raadsleden en collegeleden hebben een informatie- en verantwoordingsplicht aan gemeenteraden. Zo moeten vertegenwoordigers bijvoorbeeld alle informatie, die nodig is voor de beoordeling van het gevoerde bestuur en beleid, verstrekken. Dit moet ook gebeuren als informatie door één of meer leden van de raad wordt verlangd.[58] Op deze manier kunnen gemeenteraden dus controle uitoefenen op de vertegenwoordigers in bestuursorganen.

De leden van het algemeen bestuur van de MRDH leggen aan de gemeenteraad die hen heeft aangewezen verantwoording af over het door hen in het algemeen bestuur gevoerde beleid.[59] In beginsel leggen het dagelijks bestuur en de bestuurscommissie Vervoersautoriteit verantwoording af aan het algemeen bestuur.[60] Het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies leggen aan het algemeen bestuur verantwoording af over wat er bereikt is, wat er is gedaan en wat dat heeft gekost in de jaarstukken. De rekeningcommissie heeft hierin een adviserende rol.


Voorbeeld van het uitvoeren van de controlerende taak door de gemeenteraad

In december 2023 is de wethouder Verkeer en Vervoer, die de gemeente Den Haag vertegenwoordigt in de bestuurscommissie Vervoersautoriteit en het algemeen bestuur, ter verantwoording geroepen in een vergadering van de commissie Leefomgeving. Volgens de leden van de commissie waren twee door de Haagse raad aangenomen moties niet met de MRDH gedeeld. De wethouder zou de moties niet genoemd hebben tijdens een vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit en de boodschap van de moties niet juist hebben overgedragen. De commissie vroeg de wethouder om uitleg en om aan te geven hoe dit in het vervolg voorkomen zou worden.

De wethouder zei in zijn antwoord dat beide moties ‘nadrukkelijk aan de orde’ waren gesteld tijdens de vergadering, maar dat het niet bekend was wie moties dient door te sturen naar de MRDH: de griffie of het college. Als de raad dat wenste, konden hierover volgens de wethouder afspraken worden gemaakt. De wethouder zei ook dat hij zich in het vervolg aan de tekst van de moties zou houden. Bij vaststelling van het verslag van de vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit zou de wethouder ervoor zorgen dat de moties onderdeel werden van de stukken.[61]


Wat kan wel en niet veranderd worden aan de inrichting van de MRDH en wat zou verandering betekenen voor de invloed van raadsleden?

Inleiding

In dit hoofdstuk beschrijven we wat er in de Wgr is vastgelegd over de manier waarop vorm moet worden gegeven aan een gemeenschappelijk regeling. De wet maakt binnen gemeenschappelijke regelingen een onderscheid tussen (verplichte) bestuursorganen en (niet verplichte) advies- en bestuurscommissies. Het doel van dit hoofdstuk is om inzichtelijk te maken welke mogelijkheden gemeenten hebben om zowel de bestuursorganen als de advies- en bestuurscommissie van de MDRH anders in te richten dan het huidige model.

We beschrijven eerst de wettelijke mogelijkheden en vervolgens vergelijken we hoe de MRDH en de VRA invulling hebben gegeven aan de mogelijkheden die de Wgr biedt. Omdat we de MRDH in dit hoofdstuk vergelijken met de VRA, volgt in paragraaf 2.2 eerst een korte beschrijving van de VRA en de manier waarop deze is georganiseerd. Vervolgens lichten we in paragraaf 2.3 toe wat er in de Wgr vaststaat over de inrichting van de bestuursorganen van een gemeenschappelijke regeling. Tot slot beschrijven we in paragraaf 2.4 welke mogelijkheden er zijn om advies- en bestuurscommissie in te richten. In paragrafen 2.3 en 2.4 laten we aan de hand van voorbeelden zien hoe de MRDH en de VRA invulling hebben gegeven aan de mogelijkheden die de wet biedt.

Toelichting: wat is de Vervoerregio Amsterdam en hoe is deze georganiseerd?

De VRA is, net als de MRDH, een gemeenschappelijke regeling die als vervoersautoriteit wettelijke taken en bevoegdheden heeft op het gebied van verkeer en vervoer. De VRA bestaat uit 14 gemeenten, waarvan de gemeente Amsterdam de grootste is.[62]

Binnen de kaders van de gemeenschappelijke regeling hebben de deelnemende gemeenten, net als bij de MRDH, het bestuur van de VRA vormgegeven. In het figuur op de volgende pagina zijn de bestuursorganen van de VRA schematisch weergegeven. Deze bestuursorganen lichten we in dit hoofdstuk verder toe.

Afbeelding met tekst, schermopname, Lettertype Automatisch gegenereerde beschrijving

Figuur 2. Organogram VRA

Het bestuur van de VRA bestaat uit:

Het algemeen bestuur (de Regioraad): besluitvormend figuur

De Regioraad is het algemeen bestuur en daarmee het hoogste bestuursorgaan van de VRA. De Regioraad bestaat uit 49 leden. De leden zijn vertegenwoordigers van de 14 gemeenten. Dit zijn veelal leden uit de eigen gemeenteraad. De Regioraad gaat over de besluitvorming, bepaalt de hoofdlijnen van het beleid van de VRA en ziet toe op de uitvoering.[63]

Het dagelijks bestuur: uitvoerend

Het dagelijks bestuur bestaat uit drie leden. Dit zijn de wethouders Verkeer en Vervoer uit Amsterdam, Zaanstreek-Waterland en Amstelland-Meerlanden.[64] Het dagelijks bestuur bereidt bijvoorbeeld de beraadslagingen in de Regioraad voor en is verantwoordelijk voor de uitvoering van besluiten van de Regioraad.[65]

De Portefeuillehoudersoverleggen: adviserend

De portefeuillehoudersoverleggen adviseren de Regioraad en het dagelijks bestuur. Aan deze overleggen nemen de vakwethouders van de 14 gemeenten deel. Er zijn twee vaste portefeuillehoudersoverleggen, namelijk: Verkeer en Vervoer en Algemene Zaken. Het overleg Verkeer en Vervoer adviseert over OV, weg, auto, fiets en verkeersveiligheid.[66]

De regioraadscommissies: adviserend

Binnen de VRA zijn er ook adviescommissies. De commissies functioneren zoals de commissies binnen een gemeenteraad. Zij bereiden vergaderingen voor en adviseren de rest van de raad. De VRA heeft drie commissies: de commissie Werkwijze/Algemene Zaken, de Rekeningcommissie en de commissie Bezwaarschiften. Deze commissies bestaan uit leden van de Regioraad die bij de aanvang van iedere zittingsperiode door de Regioraad benoemd worden.[67]

De adviescommissies per concessiegebied: adviserend

De VRA bestaat uit vier verschillende concessiegebieden en elk gebied beschikt over een eigen adviescommissie. Deze adviseren over concessie-gerelateerde onderwerpen.[68] De adviescommissies bestaan uit de wethouders Verkeer en Vervoer van de gemeenten uit de concessiegebieden. Omdat de wethouder van Amsterdam ook onderdeel uitmaakt van het dagelijks bestuur, en om schijn van belangenverstrengeling te voorkomen, vraagt deze wethouder in het adviesproces ook een zienswijze aan de gemeenteraad van Amsterdam.[69]

Eisen en mogelijkheden bij het inrichten van bestuursorganen

Welke bestuursorganen worden door de wet vereist?

De MRDH en de VRA zijn beide gebonden aan de wettelijke bepalingen die staan beschreven in de Wgr. De Wgr bepaalt voor een deel hoe het bestuur van de MRDH en de VRA eruit moet zien. Zo is bepaald dat de MRDH en de VRA moet bestaan uit[70]:

  • een algemeen bestuur;
  • een dagelijks bestuur;
  • een voorzitter van het algemeen en dagelijks bestuur.

Welke ruimte hebben gemeenten om de inrichting van de wettelijk vereiste bestuursorganen te bepalen?

Bij het treffen van een gemeenschappelijke regeling kunnen gemeenten gezamenlijk afspraken maken over de inrichting van het algemeen bestuur. Deze afspraken kunnen als bepalingen in de gemeenschappelijke regelingen van de samenwerkingsverbanden worden vastgelegd, maar dit is niet altijd verplicht.

Over het algemeen bestuur kunnen gemeenten gezamenlijk bepalen:

  • Wie er als vertegenwoordigers optreden in het algemeen bestuurBij gemeenschappelijke regelingen als de MRDH en de VRA, die mede getroffen zijn door gemeenteraden, bestaat de vertegenwoordiging in het algemeen bestuur uit raadsleden, collegeleden en/of burgemeesters die door de raden zijn aangewezen.[71] In beginsel hebben gemeenteraden de mogelijkheid om zelf te kiezen wie hen vertegenwoordigd in het algemeen bestuur. De deelnemende gemeenten kunnen hier wel nog verdere afspraken over maken.[72]
  • Hoeveel leden van het algemeen bestuur elke deelnemende gemeenteraad kan aanwijzen
  • In de Wgr wordt bepaald dat de gemeenschappelijke regeling in elk geval moet bepalen hoeveel leden er per deelnemende gemeente aangewezen kan worden.[73] Gemeenten kunnen gezamenlijk besluiten dat elke gemeente eenzelfde hoeveelheid vertegenwoordigers in het algemeen bestuur heeft of ze kunnen beslissen dat dit afhangt aan bijvoorbeeld de grootte van de gemeente.[74]
  • Of vertegenwoordigers meervoudig stemrecht hebben en of (sommige) besluiten bij gekwalificeerde meerderheid genomen dienen te wordenDe Wgr biedt de mogelijkheid om gebruik te maken van meervoudig stemrecht voor (bepaalde) leden van het algemeen bestuur. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat het aantal stemmen die een vertegenwoordiger heeft afhangt aan de grootte van de gemeente door wie hij of zij is aangewezen. Gemeenten kunnen ook besluiten om een gekwalificeerde meerderheid nodig te maken voor alle of bepaalde besluiten. Dit betekent dat er voorwaarden anders dan een simpele meerderheid zijn aan welke voldaan moet worden voordat een besluit genomen kan worden.[75]
  • Over de voorzitter en het dagelijks bestuur stelt de Wgr dat:
  • De voorzitter door en uit het algemeen bestuur moet worden aangewezen.
  • Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en twee of meer leden van het algemeen bestuur die door het algemeen bestuur zijn aangewezen. Bij het treffen van een gemeenschappelijke regeling kunnen gemeenten hier bepalingen over vaststellen in de regeling.[76]

Hoe hebben de MRDH en de VRA de wettelijk vereiste bestuursorganen ingericht?

In het volgende figuur hebben we naast elkaar neergezet hoe de MRDH en de VRA hun bestuursorganen hebben ingericht. In de paragrafen die hierop volgen lichten we dit verder toe.Afbeelding met tekst, schermopname, Lettertype Automatisch gegenereerde beschrijving

Figuur 3. Vergelijking van de inrichting van de bestuursorganen van de verkeers- en vervoerstak van de MRDH en de VRA

Het algemeen bestuur bestaat binnen de VRA overwegend uit gemeenteraadsleden en binnen de MRDH uit collegeleden

Het bestuur van de MRDH is anders vormgegeven dan het duale bestuursmodel van gemeenten[77], waarbij de taken tussen de gemeenteraad en het college gescheiden zijn. Het algemeen bestuur, het hoogste besluitvormend orgaan, van de MRDH bestaat namelijk uit collegeleden. Dit wordt niet verplicht door de gemeenschappelijke regeling van de MRDH. De deelnemende gemeenten hebben besloten om dit voor de MRDH niet vast te leggen in een bepaling. In de toelichting op de gemeenschappelijke regeling worden de gemeenteraden wel aangeraden om een collegelid aan te wijzen als vertegenwoordiger in het algemeen bestuur. Dit omdat de benoeming van een collegelid de politieke verantwoording in de eigen raden zou bevorderen, aldus de toelichting.[78] In het algemeen bestuur wijst iedere deelnemende gemeenten één lid aan. Dit geldt niet voor de gemeenten Den Haag en Rotterdam. Deze gemeenten hebben minimaal 2 en maximaal 3 vertegenwoordigers.[79] Het stemgewicht van de vertegenwoordigers is afhankelijk van de grootte van de gemeente die zij vertegenwoordigen.[80]

De VRA heeft voor een andere constructie gekozen. Deze constructie lijkt in opzet meer op het duale bestuursmodel van gemeenten. Daar bestaat het algemeen bestuur, ofwel de Regioraad, overwegend uit raadsleden die zijn aangewezen als gemeentelijke vertegenwoordiger. In de Regioraad heeft elke vertegenwoordiger één stem en het aantal vertegenwoordigers per gemeente is afhankelijk van de grootte van de desbetreffende gemeente.[81]

Leden van het algemeen bestuur van de MRDH en de Regioraad van de VRA beschikken formeel over dezelfde instrumenten. Net als in een gemeenteraad kunnen de leden moties, amendementen, schriftelijke vragen en initiatiefvoorstellen gebruiken om hun rol uit te oefenen.[82] Gebruik van dergelijke instrumenten verschilt echter tussen de twee organen. Leden van de Regioraad van de VRA gebruiken regelmatig deze instrumenten. Daarbij ontstaat in de praktijk ook fractievorming binnen de Regioraad.[83] Leden van eenzelfde politieke partij afkomstig uit verschillende gemeenteraden trekken samen op bij het naar voren brengen van standpunten of het beïnvloeden van besluitvorming. Dit betekent in de praktijk dat raadsleden niet alleen de eigen gemeente vertegenwoordigen, maar ook de eigen partij. De gemeenschappelijke regeling van de VRA zegt hierover dat de deelnemende gemeenten bij het aanwijzen van vertegenwoordigers ernaar moeten streven dat de Regioraad de politieke verhoudingen van de regio reflecteert.[84] In de praktijk betekent dit dat vertegenwoordigers in de Regioraad in samenwerking met partijgenoten uit andere gemeenten bijvoorbeeld een motie kunnen indienen, ook wanneer deze niet breed gedragen is binnen de eigen gemeenteraad.[85] Deze mogelijkheid is er niet binnen de MRDH, omdat gemeenteraden daar slechts één vertegenwoordiger hebben in het algemeen bestuur die uitsluitend de eigen gemeente vertegenwoordigt.[86] In de praktijk wordt in het algemeen bestuur van de MRDH in zeer beperkte mate gebruik gemaakt van de genoemde instrumenten.[87]


Voorbeelden van het vaststellen van kaderstellende documenten binnen de MRDH en de VRA

Het Beleidskader Mobiliteit: Verbinden in verscheidenheid (2023) is het strategisch beleidsdocument van de VRA. Dit beleidskader geeft richting aan de doelen, activiteiten en uitgaven van de VRA.[88]

Kaderstellende documenten, zoals de Strategische Agenda van de MRDH en het Beleidskader Mobiliteit van de VRA, worden vastgesteld door het algemeen bestuur van deze vervoersautoriteiten. Dit betekent voor de MRDH dat het algemeen bestuur, bestaand uit collegeleden, de kaderstellende documenten vaststelt. Voor de VRA betekent dit dat de Regioraad, bestaand uit raads- en collegeleden, de kaderstellende documenten vaststelt.[89]


Het dagelijks bestuur is binnen de VRA verantwoordelijk voor de uitvoering, binnen de MRDH is het dagelijks bestuur voornamelijk een agendacommissie voor het algemeen bestuur

De dagelijks besturen van de VRA en de MRDH verschillen van elkaar met betrekking tot de taken op het gebied van verkeer en vervoer.

Het dagelijks bestuur van de VRA is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de besluiten van het algemeen bestuur en voor de wettelijke taak op het gebied van verkeer en vervoer zoals beschreven in de Wet personenvervoer 2000. Zo is het dagelijks bestuur van de VRA verantwoordelijk voor het verlenen van concessies en het vaststellen van vervoerplannen.[90]

Binnen de MRDH zijn de taken en verantwoordelijkheden op het gebied van verkeer en vervoer van het dagelijks bestuur van de MRDH overgedragen aan een bestuurscommissie.[91] Het dagelijks bestuur functioneert vooral als agendacommissie voor het algemeen bestuur.[92] Dit lichten wij verder toe in de volgende paragraaf.

Mogelijkheden voor het inrichten van advies- en bestuurscommissies

Naast de organen die zijn vereist binnen de Wgr laat de wet gemeenten vrij om het bestuur van een gemeenschappelijke regeling aan te vullen met één of meer commissies.

Welke ruimte geeft de wet om commissies in te richten?

De Wgr kent drie verschillende soorten commissies, die alle door het algemeen bestuur van een gemeenschappelijke regeling ingesteld kunnen worden. Dit zijn:

Bestuurscommissies

Het algemeen bestuur kan een bestuurscommissie instellen nadat de deelnemende gemeentereden daarvan op de hoogte zijn gesteld en hun wensen en bedenkingen daarover kenbaar hebben kunnen maken.[93] Het algemeen bestuur kan bevoegdheden overdragen aan een bestuurscommissie en kan, op voorstel van het dagelijks bestuur, ook bevoegdheden van het dagelijks bestuur overdragen. Het algemeen bestuur kan echter niet overdragen[94]:

  • de bevoegdheid tot het vaststellen van de begroting en jaarrekening;
  • de bevoegdheid tot het heffen van rechten;
  • de bevoegdheid tot het vaststellen van verordeningen die door middel van een strafbepaling of bestuursdwang worden gehandhaafd.
  • Het algemeen bestuur is verder echter vrij om de werkwijze en de samenstelling van de bestuurscommissie zelf te bepalen.[95]

Adviescommissies

Het algemeen bestuur kan adviescommissies instellen zonder dat dit eerst langs de deelnemende gemeenteraden hoeft.[96] Het algemeen bestuur is vrij om de bevoegdheden en samenstelling van een adviescommissie zelf te regelen.[97]

Gemeenschappelijke adviescommissies

Een gemeenschappelijke adviescommissie is een nieuwe variant die met de wetswijziging van de Wgr in 2022 is geïntroduceerd.[98] Op gezamenlijk voorstel van de raden van de deelnemende gemeenten stelt het algemeen bestuur een gemeenschappelijke adviescommissie in. Een gemeenschappelijke adviescommissie kan het algemeen bestuur van advies voorzien, de besluitvorming van de raden van de deelnemende gemeenten met betrekking tot de regeling voorbereiden of de raden van advies voorzien.[99] Het algemeen bestuur is bevoegd om de bevoegdheden, taken en werkwijze van de commissie te bepalen maar moet de deelnemende gemeenteraden wel eerst in de gelegenheid stellen om hun visie mee te geven.[100] Het algemeen bestuur kan de samenstelling van een gemeenschappelijke adviescommissie niet bepalen. De Wgr bepaalt namelijk dat zo’n commissie uit raadsleden moet bestaan.[101]

Hoe geven de MRDH en de VRA invulling aan commissies?

De MRDH en de VRA hebben verschillende commissies ingesteld en anders invulling gegeven aan de inrichting van commissies. Dit is mogelijk omdat de Wgr veel vrijheid biedt als het gaat om de invulling van een bestuurs- of adviescommissie..

De MRDH heeft bestuurscommissies en de VRA niet

De deelnemers aan de MRDH hebben er voor gekozen om twee bestuurscommissies in te stellen: één voor economie en één voor verkeer en vervoer (bestuurscommissie Vervoersautoriteit ).[102] De bestuurscommissie Vervoersautoriteit bestaat uit de wethouders Verkeer en Vervoer van de deelnemende gemeenten.[103]

Besluitvorming op het gebied van verkeer en vervoer vindt binnen de MRDH plaats in de bestuurscommissie Vervoersautoriteit. Het algemeen bestuur heeft de wettelijke bevoegdheden van het dagelijks bestuur als het gaat om verkeer en vervoer overgedragen aan de bestuurscommissie vervoersautoriteit.[104] Besluitvorming over de algehele visie van de MRDH en vaststelling van de begroting vindt echter nog steeds plaats in het algemeen bestuur.[105] De bestuurscommissie Vervoerautoriteit kan via het algemeen bestuur ontwerpbesluiten voor een zienswijzeprocedure langs de deelnemende gemeenteraden sturen.[106]

Binnen de VRA zijn geen bestuurscommissies ingesteld. Het algemeen bestuur, genaamd de Regioraad, is daar het hoogste orgaan op alle taakgebieden, waaronder verkeer en vervoer.[107] Het dagelijks bestuur is binnen de VRA verantwoordelijk voor de uitvoering van de besluiten van de Regioraad.


Voorbeelden van het vaststellen van de jaarlijkse vervoerplannen binnen de MRDH en de VRA

Vervoerplannen vormen de basis voor de nieuwe dienstregeling van openbaar vervoerbedrijven. De vervoerplanprocedure is de procedure waarin dit jaarlijkse vervoerplan tot stand komt. De vervoerders van de drie vervoersautoriteiten voeren het openbaar vervoer uit. Deze vervoerders maken ieder jaar een vervoerplan. In dit vervoerplan staat uitgewerkt hoe de bus, tram en metro gaat rijden in het aankomende jaar.[108]

In 2019 heeft binnen de MRDH de bestuurscommissie Vervoersautoriteit van vakwethouders van de deelnemende gemeenten de vervoerplannen voor het jaar 2020 vastgesteld. [109] Het dagelijks bestuur van de VRA, die bestaat uit de wethouders van de concessiegebieden, heeft de vervoerplannen binnen de VRA vastgesteld.


De MRDH en de VRA hebben de adviescommissies anders ingericht

Binnen de MRDH is invulling gegeven aan een adviescommissie doordat het algemeen bestuur, voor de verkeers- en vervoertak van de MRDH, de adviescommissie Vervoersautoriteit heeft ingesteld.[110] De adviescommissie Vervoersautoriteit adviseert het algemeen bestuur en de bestuurscommissie Vervoersautoriteit over zaken die gericht zijn op het verkeer en vervoer.[111] De adviescommissie Vervoersautoriteit bestaat uit twee gemeenteraadsleden per deelnemende gemeente.

De VRA heeft op een andere manier invulling gegeven aan adviescommissies.[112] De samenstelling van de adviescommissies is namelijk anders dan bij de MRDH. Als het gaat om verkeer en vervoer zijn er binnen de VRA twee verschillende soorten adviescommissie. Het portefeuillehoudersoverleg is een commissie bestaande uit wethouders Verkeer en Vervoer uit de deelnemende gemeenten die de Regioraad en het dagelijks bestuur adviseren. Daarnaast heeft ieder concessiegebied[113] een eigen adviescommissie. Deze adviescommissies bestaan uit de wethouders Verkeer en Vervoer van de gemeenten die onder dat concessiegebied vallen.[114] De adviescommissies hebben in de VRA de taak om het dagelijks bestuur te adviseren.[115]

De MRDH en de VRA gaan verschillend om met het verwerken van adviezen

In de Wgr en de gemeenschappelijke regelingen van de MRDH en de VRA is niet uitgewerkt hoe adviezen van adviescommissies verwerkt moeten worden. Ook in andere verordeningen en besluiten van de MRDH wordt niet toegelicht hoe de bestuursorganen met het advies van een adviescommissie om moeten gaan.

In de VRA is in verordeningen en besluiten wel uitgewerkt hoe er met advies omgegaan moet worden. Dit geldt voor zowel de portefeuillehoudersoverleggen als de adviescommissies voor de concessiegebieden. Zo is vastgelegd dat adviezen bij betrokken voorstellen worden gevoegd en dat afwijkingen van het advies door de bestuursorganen van de VRA gemotiveerd moeten worden.[116] Ook staat beschreven hoe het dagelijks bestuur om moet gaan met een advies van de adviescommissie wanneer dit advies gaat over het programma van eisen voor een concessie. Bij een dergelijk advies moet het dagelijks bestuur binnen 14 dagen met een gemotiveerde verklaring komen wanneer zij besluit om het advies geheel of gedeeltelijk niet over te nemen.[117] Voor adviezen op andere besluiten of onderwerpen wordt niet beschreven hoe met het advies om moet worden gegaan.

Voorbeeld van het verwerken van adviezen tijdens de vervoerplanprocedure

Binnen de MRDH is niet vastgelegd wat er met de adviezen van de adviescommissie Vervoersautoriteit wordt gedaan. In de praktijk volgt de MRDH voor de vervoerplannen de volgende werkwijze:

Tijdens de vervoerplanprocedure voor de vervoerplannen van het jaar 2020 zijn de concept vervoerplannen voorgelegd aan de deelnemende raden en aan de adviescommissie Vervoersautoriteit. Er is binnen de MRDH een Nota van Reactie opgesteld waarin alle individuele reacties van de deelnemende gemeenten gebundeld zijn en waarin elke reactie afzonderlijk behandeld wordt. De vervoerders hebben in dit document ook op de reacties geantwoord. Daarin geven zij aan of de reactie van de gemeente tot een aanpassing van het vervoerplan heeft geleid.


Voorbeeld van het verwerken van adviezen tijdens het vaststellen van kaderstellende documenten

Tijdens het vaststellen van de Strategische Agenda 2023-2026 van de MRDH heeft de adviescommissie Vervoersautoriteit op verschillende momenten een advies kunnen uitbrengen (zie ook paragraaf 1.4.2).

De manier waarop de adviezen verwerkt zijn verschilt per moment:

  • De adviescommissie Vervoersautoriteit ontving geen formele reactie op haar inbreng tijdens het meedenken over de actualisatie van de Strategische Agenda.
  • De adviescommissie Vervoersautoriteit kreeg wel een formele reactie van het algemeen bestuur over het advies dat zij gaf op de ontwerp-Strategische Agenda. In die reactie ging het algemeen bestuur alleen in op elementen uit het advies die ook gedeeld werden door de bestuurscommissie Vervoersautoriteit. Het algemeen bestuur noemde wel dat het advies van de adviescommissie apart zal worden behandeld bij de vaststelling van de Strategische Agenda, na het zienswijzeproces.[118]
  • De adviescommissie Vervoersautoriteit ontving een formele reactie van het algemeen bestuur op het advies dat zij gaf op de gebundelde zienswijzen van de deelnemende gemeenten. Deze reactie was onderdeel van een gebundelde Nota van Reactie waarin niet alleen dit advies, maar ook o.a. de individuele zienswijzen en het advies dat de adviescommissie op de ontwerp-Strategische Agenda zelf gaf werden behandeld.[119]

Wat als de verkeer en vervoerstaken naar de provincie gaan? Wat betekent dit voor de invloed van volksvertegenwoordigers (lokaal en provinciaal)?

Inleiding

In dit hoofdstuk lichten we toe hoe de verkeers- en vervoertaken op provinciaal niveau (en dus niet via een gemeenschappelijke regeling) geregeld worden. We geven eerst een toelichting over wat de provincie doet op het gebied van verkeer en vervoer. Vervolgens beschrijven we welke invloed volksvertegenwoordigers (Provinciale Staten op provinciaal niveau en gemeenteraadsleden op gemeentelijk niveau) hebben op de verkeers- en vervoertaken binnen de provincie. Ten slotte beschrijven we kort of de Haagse gemeenteraad kan besluiten uit de MRDH te stappen, welke gevolgen dit heeft en of de taken aan de provincie overgedragen kunnen worden.

Wij nemen de provincie Utrecht hiervoor als uitgangspunt, ter illustratie van de manier waarop verkeers- en vervoertaken buiten de MRDH en de VRA worden uitgevoerd. De provincie Utrecht is verantwoordelijk voor het openbaar vervoer in een G4-gemeente, wat de vergelijkbaarheid met de MRDH en de VRA versterkt. Daarnaast is de provincie Utrecht onderwerp geweest van twee recente rekenkameronderzoeken[120] naar het openbaar vervoer in de regio. Deze onderzoeken hebben veel informatie opgeleverd waar wij ons op kunnen baseren.

Het doel van dit hoofdstuk is om inzicht te bieden in de rol van volksvertegenwoordigers in het algemeen en gemeenteraadsleden in het bijzonder. We kijken naar de rol van deze vertegenwoordigers in het provinciale besluitvormingsproces en hoe deze verschilt met de rol van volksvertegenwoordigers in het besluitvormingsproces van de MRDH.

Toelichting: wat doet een provincie op het gebied van verkeer en vervoer?

In de gevallen waarin de verkeers- en vervoertaken niet zijn overgedragen aan een gemeenschappelijke regeling zoals de MRDH, liggen deze taken bij het bestuur van een provincie. In de provincie Utrecht is dit het geval. Hier is de provincie concessieverlener voor het bus- en tramvervoer op het grondgebied.[121]

Democratische legitimiteit binnen de provincie is direct via Provinciale Staten

Democratische legitimiteit is binnen de provincie direct via Provinciale Staten. Dit geldt niet voor de MRDH en de VRA. Deze vervoersautoriteiten hebben geen directe democratische legitimiteit (zie ook paragraaf 1.3.1).

De provincie heeft een eigen bestuur met haar eigen democratische legitimiteit. De democratische legitimiteit is in het provinciebestuur geborgd, omdat de Statenleden rechtstreeks door de inwoners worden gekozen.[122]

De MRDH en de VRA zijn, in tegenstelling tot de provincie, geen regulier bestuur. De MRDH en de VRA zijn voorbeelden van verlengd lokaal bestuur. Dit betekent dat het bestuur van beiden enkel bestaat uit vertegenwoordigers van de deelnemende gemeenten. Het bestuur bestaat dus niet uitdirect gekozen volksvertegenwoordigers. De controle op het bestuur geschiedt door de volksvertegenwoordigers van de afzonderlijke deelnemers. Dit maakt dat het ook geen rechtstreekse democratische legitimiteit heeft.[123]

Wat betekent het voor de invloed van volksvertegenwoordigers (op provinciaal en gemeentelijk niveau) als de provincie verantwoordelijk is voor de verkeers- en vervoertaken?

Aan de hand van de volgende thema’s laten wij zien wat de invloed van volksvertegenwoordigers is als de verkeers- en vervoertaken op provinciaal niveau zijn belegd:

  • Volksvertegenwoordigers op provinciaal niveau stellen kaders vast en controleren Gedeputeerde Staten
  • Volksvertegenwoordigers op gemeentelijk niveau staan op afstand van het provinciebestuur en worden in een adviesrol betrokken

Volksvertegenwoordigers op provinciaal niveau stellen kaders vast en controleren Gedeputeerde Staten

De volksvertegenwoordiging op provinciaal niveau, ofwel Provinciale Staten, heeft invloed op de kaderstellende documenten over verkeer en vervoer die binnen de provincie worden vastgesteld. Provinciale Staten hebben echter beperkt invloed op de uitvoeringsstukken, zoals de vervoerplannen van de concessiehouders binnen de provincie.

De rol van provinciale Staten vloeit voort uit de Provinciewet.[124] Provinciale Staten kunnen sturen op de concessies door haar verantwoordelijkheid voor de kaderstelling (beleidsmatig en financieel). Zij hebben namelijk een belangrijke rol in de sturing op de concessies in de fase van kaderstelling. In deze kaders liggen bijvoorbeeld de doelen vast die de provincie met de concessie wil bereiken en de afbakening van de concessie. Ook stellen Provinciale Staten de begroting vast. Gedeputeerde Staten, ofwel het dagelijks bestuur van de provincie, stellen de kaders op die vervolgens door Provinciale Staten worden vastgesteld. [125]


Voorbeeld van de kaderstellende rol van Provinciale Staten: het vaststellen van het Mobiliteitsprogramma 2019-2023

Het Mobiliteitsprogramma van de provincie Utrecht vertaalt opgaven uit de Mobiliteitsvisie naar doelen, indicatoren en meerjarige financiële verdeling.[126]

Provinciale Staten hebben het Mobiliteitsprogramma vastgesteld. Er is een debat over gehouden in de Provinciale Staten en het geamendeerde Mobiliteitsprogramma wordt aangenomen door de meerderheid van Provinciale Staten.[127]

Gedeputeerde Staten zijn verantwoordelijk voor het opstellen van het Mobiliteitsprogramma. Zo hebben Gedeputeerde Staten de verantwoordelijkheid voor de planning en het proces. Zij stellen het concept Mobiliteitsprogramma op en verwerken de reacties na consultatie op dit concept.[128]


Gedeputeerde Staten hebben een belangrijke rol tijdens de fase waarin concessies verleend worden. Gedeputeerde Staten hebben, zoals vastgelegd in de Wet personenvervoer 2020, de bevoegdheid om concessies voor openbaar vervoer te verlenen, te wijzigen of in te trekken. Provinciale Staten hebben hierin geen formele rol.[129]

Gedeputeerde Staten hebben ook in een rol in het concessiebeheer. Zij zijn verantwoordelijk voor het monitoren, controleren en sturen tijdens de fase waarin de concessies worden uitgevoerd. Denk hierbij aan het beoordelen van de vervoerplannen van vervoerders. In deze fase zijn de Provinciale Staten enkel verantwoordelijk voor de controle op Gedeputeerde Staten.[130]


Voorbeeld van de rol van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten tijdens concessiebeheer: de vervoerplanprocedure

Gedeputeerde Staten stellen aan het begin van de vervoerplanprocedure de uitgangspunten voor de vervoerplannen op. De vervoerplannen moeten aan deze uitgangspunten voldoen. Gedeputeerde Staten toetsten ook of de uiteindelijke vervoerplannen aan deze uitgangspunten voldoen én stellen het definitieve vervoerplan vervolgens vast.[131]

Provinciale Staten kunnen tijdens de vervoerplanprocedure enkel gebruik maken van hun controlerende taak.[132] Gedeputeerde Staten hebben bijvoorbeeld, ter kennisname, een brief aan Provinciale Staten gestuurd over de vastgestelde vervoerplannen en de bestuurlijke reacties hierop. De commissie Milieu, Mobiliteit en Economie (hierna: MME) waardeert deze brief uiteindelijk op naar een bespreking waarin aan Gedeputeerde Staten wordt gevraagd waarom er in het vervoerplan voor een bepaalde oplossing is gekozen.[133]


Voorbeeld van de controlerende rol van Provinciale Staten tijdens het proces tot vaststelling van het Mobiliteitsprogramma 2019-2023

Het Mobiliteitsprogramma is door Provinciale Staten vastgesteld.[134] Gedurende het proces tot vaststelling hebben Gedeputeerde Staten verantwoording afgelegd aan Provinciale Staten over het verloop hiervan.

Gedeputeerde Staten stuurt bijvoorbeeld een statenbrief naar de commissie MME over de update van het Mobiliteitsprogramma. Hierin staat de planning en het proces voor de update van het mobiliteitsprogramma beschreven. De brief is in eerste instantie ter kennisname, maar wordt door de commissie opgewaardeerd naar een bespreking.[135]

Later in het proces organiseerde Gedeputeerde Staten een schriftelijke consultatieronde voor het concept Mobiliteitsprogramma. Tijdens deze fase oefenen Provinciale Staten in eerste instantie geen invloed uit, omdat zij niet worden geconsulteerd. Een aantal gemeenten, de U10-gemeenten[136], zijn tijdens deze fase wel geconsulteerd. Gedurende de consultatiefase verloopt de samenwerking tussen Gedeputeerde Staten en de U10-gemeenten stroef. Op dat moment roepen de Provinciale Staten de gedeputeerde ter verantwoording over het gelopen proces. De U10-gemeenten schrijven Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten namelijk een brief over het verloop van het consultatieproces, met name de wijze waarop zij betrokken zijn bij de totstandkoming van het Mobiliteitsprogramma, en op de hoofdlijnen van de inhoud van programma en voorstel. De commissie MME roept op basis van de brief Gedeputeerde Staten ter verantwoording in een extra vergadering op 12 februari 2018.[137]


Volksvertegenwoordigers op gemeentelijk niveau staan op afstand van het provinciebestuur en worden in een adviesrol betrokken

Gemeenten staan op afstand van het provinciebestuur

Gemeenten staan op afstand van de vervoerstaken van het provinciebestuur omdat hieraan geen gemeentelijke vertegenwoordigers deelnemen. Gedeputeerde Staten hebben de bevoegdheid om concessies voor het openbaar vervoer te verlenen. Provinciale Staten vervullen een kaderstellende en controlerende rol door voor het openbaar vervoer beleid vast te stellen en controle op Gedeputeerde Staten uit te oefenen op de uitvoering van dat beleid.[138]

De bestuursorganen van de MRDH en de VRA bestaan wel uit vertegenwoordigers van de deelnemende gemeenten. In een aantal bestuursorganen, zoals de adviescommissie Vervoersautoriteit van de MRDH en de Regioraad van de VRA, nemen ook raadsleden als vertegenwoordiger van de gemeente deel. In andere bestuursorganen van de MRDH en de VRA hebben alleen collegeleden van de deelnemende gemeenten zitting.[139] In beide gevallen maken vertegenwoordigers van de gemeenten deel uit van het bestuur van de vervoersautoriteit. Een soortgelijke constructie is er niet binnen het provinciebestuur. Daar bestaat het bestuur dat verantwoordelijk is voor de verkeers- en vervoertaken, niet uit vertegenwoordigers van de gemeenten.


Voorbeeld van de afstand van gemeenten tijdens de vervoerplanprocedure

Het verschil met de consultatie op het conceptvervoerplan tussen de provincie en de MRDH en de VRA is dat gemeenten binnen de provincie een reactie kunnen geven op het vervoerplan. Binnen de MRDH en de VRA worden ook adviescommissies, bestaand uit raadsleden of wethouders, in de gelegenheid gesteld om een reactie te geven op het concept vervoerplan.[140] Deze adviescommissies zijn er niet voor de provincie.

Daarnaast stelt Gedeputeerde Staten het vervoerplan vast. Gedeputeerde Staten bestaat niet uit afgevaardigden van de gemeenten. Binnen de MRDH en de VRA wordt het vervoerplan vastgesteld door de bestuurscommissie Vervoersautoriteit, die bestaan uit wethouders van de deelnemende gemeenten.[141]


Gemeenteraden worden niet direct betrokken bij de besluitvorming binnen de provincie

Gemeenteraden worden niet direct betrokken bij besluitvorming over verkeer- en vervoer binnen de provincie. Dit is wel het geval binnen de MRDH en de VRA. Raadsleden worden bij de MRDH en de VRA direct betrokken via zienswijzeprocedures. Raadsleden worden zo in de gelegenheid gebracht om advies te geven op een voorstel. Dit is geborgd in de wet. Daarnaast worden gemeenteraadsleden in de VRA betrokken bij het vaststellen van beleidsdocumenten wanneer zijn zitting hebben in de Regioraad. Een dergelijke rol voor gemeenteraden is bij besluitvorming door het provinciebestuur niet wettelijk verplicht. In de provincie Utrecht zijn gemeenten wel betrokken geweest bij de besluitvorming over verkeer- en vervoersbeleid maar ging dit via het college in plaats van de raad.


Voorbeeld van de rol van gemeenten binnen de provincie Utrecht: het Mobiliteitsprogramma 2019-2023

De provincie heeft in aanloop naar het concept Mobiliteitsprogramma met de U10-gemeenten individuele ambtelijke voorgesprekken gevoerd. Wethouders van de U10-gemeenten zijn door Gedeputeerde Staten uitgenodigd voor een bestuurlijke bijeenkomst over het mobiliteitsprogramma in november 2017.[142]

De wethouders van de U10-gemeenten en andere omliggende gemeenten worden tijdens de consultatieronde uitgenodigd om te reageren op het concept Mobiliteitsprogramma. Het concept mobiliteitsprogramma wordt gedeeld met wethouders van de U10-gemeenten.[143] De wethouders van de U10-gemeenten sturen een gezamenlijke brief aan Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten. In de brief reageren zij op het proces, met name de wijze waarop zij betrokken zijn bij de totstandkoming van het Mobiliteitsprogramma, en op de hoofdlijnen van de inhoud van programma en voorstel.[144] Binnen de gemeenteraad Utrecht worden er ook raadsvragen gesteld over het proces rondom het opstellen van de brief.[145]

De gemeenteraden van de U10-gemeenten hebben in het vaststellen van het Mobiliteitsprogramma geen rol.


Kan de Haagse gemeenteraad besluiten om uit de MRDH te stappen?

De gemeenteraad van Den Haag kan samen met het college en de burgemeester besluiten tot uittreding van de MRDH. In dat geval zou de provincie Zuid-Holland optreden als vervoersautoriteit voor de gemeente Den Haag. Hoe dit precies zou gaan zou door middel van overleg tussen de uittredende gemeente, de MRDH, de provincie en het Rijk bepaald moeten worden.[146]

De procedure tot uittreding zal minstens drie jaar duren en er zouden kosten mee gemoeid zijn. De procedure ziet er als volgt uit: [147]

De gemeenteraad, het college en de burgemeester van de uittredende gemeente moeten ten eerste gezamenlijk schriftelijk kenbaar maken aan het algemeen bestuur van de MRDH dat er een voornemen is om uit te treden. Vervolgens benoemt het dagelijks bestuur van de MRDH een projectgroep, op kosten van de uittredende gemeente, met de taak om de gevolgen van uittreding in kaart te brengen in een ontwerp-uittredingsplan. Hierbij staat centraal wat de consequenties zijn voor bijvoorbeeld:

  • De uitvoering van de wettelijke taken;
  • De BDU en overige financiële stromen.[148]

De andere deelnemende gemeenten kunnen hun zienswijze op het ontwerp-uittredingsplan geven. Na afronding van deze procedure wordt het plan vastgesteld door het algemeen bestuur.

Dit plan bevat ook een uittreedsom. Deze som bestaat uit de schade die de MRDH en de achterblijvende deelnemers ondervinden als direct gevolg van het besluit tot uittreden.[149]

Nadat het ontwerp-uittredingsplan is vastgesteld heeft de uittredende gemeente drie maanden de tijd om bekend te maken definitief te besluiten tot uittreding. Uittreding kan alleen plaatsvinden op 1 januari, minimaal twee jaar nadat het definitieve besluit tot uittreding is bekendgemaakt. Totdat de deelnemer definitief is uitgetreden blijft deze een volwaardig lid van de MRDH met alle kosten, rechten en plichten van dien. Het algemeen bestuur van de MRDH stelt vervolgens uiterlijk binnen zes maanden een definitief uittredingsplan vast.[150]

Het uittreden van een deelnemende gemeente betekent dat de gemeenschappelijke regeling gewijzigd moet worden. Een voorstel van die wijziging moet los van het uittredingsplan aangeboden worden aan de deelnemende gemeenten.[151]

Het alternatief: de provincie Zuid-Holland als vervoersautoriteit

Het daadwerkelijke overdragen van de verkeer- en vervoertaken van de MRDH aan de provincie Zuid-Holland zou niet alleen de opheffing van de MRDH vergen, waar instemming van alle deelnemende gemeenten voor nodig is, maar zou ook aanpassing van nationale wetgeving vereisen.[152]

Hoe is de inspraak van burgers geregeld binnen de MRDH, de VRA en de Provincie?

Inleiding

De Haagse gemeenteraad heeft de afgelopen jaren laten weten dat het ontevreden is over de mate waarin burgers betrokken worden bij de besluitvorming van de MRDH.[153] Andere deelnemende gemeenten spreken hun ontevredenheid hierover ook uit. Om deze reden wordt het onderwerp burgerparticipatie meegenomen in de evaluatie van de gemeenschappelijke regeling van de MRDH die op dit moment in opdracht van de MRDH wordt uitgevoerd.[154]

In dit hoofdstuk lichten wij het onderwerp van de inspraak van burgers toe vanuit een vergelijking tussen de MRDH, de VRA en de provincie Utrecht. Wij richten ons daarbij op de wettelijke bepalingen met betrekking tot de betrokkenheid van burgers bij besluitvorming. Daarnaast laten we met voorbeelden zien hoe er binnen de drie vervoersautoriteiten invulling is gegeven aan de inspraak van burgers.

Wettelijke verplichtingen met betrekking tot inspraak van burgers

Inspraak binnen een gemeente of provincie

De inspraak van burgers is op verschillende manieren geborgd in de wet. Voor provincies en gemeenten is bepaald dat zij een inspraakverordening moeten opstellen met regels over de manier waarop burgers worden betrokken bij de voorbereiding van beleid.[155] Op dit moment ligt er een wetsvoorstel bij de Eerste Kamer, die de verplichting tot een inspraakverordening zou veranderen naar een verplichting tot een participatieverordening. Hiermee wordt inspraak van burgers niet alleen geborgd voor de voorbereiding van beleid maar ook voor de uitvoering en evaluatie van beleid.[156] In de wet is op dit moment echter niet vastgelegd hoe de regels voor inspraak eruit moeten zien. Zo is het bijvoorbeeld niet verplicht dat een gemeente burgers de mogelijkheid biedt om tijdens raads- of commissievergaderingen te komen inspreken.

Inspraak binnen een gemeenschappelijke regeling

Voor gemeenschappelijke regelingen bestond lange tijd geen verplichting voor een verordening over inspraak of participatie zoals bij provincies en gemeenten.[157] Daar is met de wijziging van de Wgr in 2022 verandering in gekomen. Met deze wetswijziging zijn gemeenschappelijke regelingen verplicht om bepalingen in hun regeling op te nemen waarin afspraken staan over participatie en inspraak. Het gaat hierbij om betrokkenheid van de bewoners uit de deelnemende gemeenten bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid.[158] De MRDH en de VRA zijn op dit moment bezig met het aanpassen van hun regelingen om aan deze verplichting te kunnen voldoen.

De betrokkenheid van burgers via consumentenorganisaties

Naast de algemene bepalingen over de inspraak van burgers zijn er in de wet ook bepalingen opgenomen over de manier waarop burgers betrokken moeten worden bij beleid op het gebied van verkeer en vervoer. Deze bepalingen richten zich specifiek op de belangen van reizigers van het openbaar vervoer. Reizigers worden hierbij vertegenwoordigd door consumentenorganisaties die aan bepaalde wettelijke voorwaarden voldoen.[159] Deze consumentenorganisaties moeten jaarlijks worden geraadpleegd over wijzigingen in de dienstregeling en het tarief van het openbaar vervoer.[160] Ook zijn deze organisaties betrokken bij het wijzigen of verlenen van een concessie.[161]

Reizigers binnen de gemeenten van de MRDH worden vertegenwoordigd door de consumentenorganisatie METROCOV, de reizigers in de gemeenten van de VRA door de Reizigers Advies Raad (hierna: RAR) en de reizigers in de provincie Utrecht door het Regionaal Overleg consumentenorganisaties Openbaar Vervoer (hierna: ROCOV).[162]

Inspraak van burgers in de verschillende vervoersautoriteiten

De MRDH, de VRA en de provincie Utrecht zijn zoals eerder genoemd vanuit de wet gebonden om regels op te stellen met betrekking tot de inspraak van burgers. De provincie Utrecht is gebonden aan de Provinciewet, de MRDH en de VRA aan de Wgr.

Wat hebben de drie vervoersautoriteiten schriftelijk vastgelegd over de inspraak van burgers?

In de MRDH staan de regels over de inspraak van burgers op dit moment in de reglementen van orde van de verschillende bestuursorganen. In deze reglementen is opgenomen dat inspraak mogelijk is, zolang het niet gaat om besloten vergaderingen van het algemeen bestuur, de bestuurscommissie Vervoersautoriteit en de adviescommissie Vervoersautoriteit.[163] De bepalingen die zijn opgenomen in de reglementen van orde worden vanwege de wijziging van de Wgr opgenomen in de gemeenschappelijke regeling van de MRDH.[164] Naast deze bepalingen heeft de MRDH verder geen regels opgesteld over de inspraak van burgers. METROCOV heeft vanuit de wet wel een formele adviesrol als het gaat om besluiten over het openbaar vervoer in de regio. De vraag of burgers naast inspraak en de adviesrol van Metrocov ook verder betrokken worden bij de MRDH is als onderwerp meegenomen in de huidige evaluatie van de MRDH. Op dit onderwerp is in het verleden vanuit de bestuurscommissie Vervoersautoriteit gecommuniceerd dat bewonersparticipatie de verantwoordelijkheid van de individuele gemeenten is en dat deze dat zelf moeten regelen. [165]

In de VRA is de inspraak van burgers geregeld in een inspraakverordening. In de verordening wordt bepaald wie er gerechtigd is tot inspraak, maar de verordening laat de verschillende bestuursorganen vrij om zelf te bepalen waar inspraak voor wordt verleend.[166] De VRA is de gemeenschappelijke regeling op dit moment aan het aanpassen, net als de MRDH. Ook hier is de aanpassing het gevolg van de wijziging van de Wgr. In lijn met de wetswijziging van de Wgr wordt er een participatieverordening opgesteld waarin is geregeld hoe belanghebbende betrokken worden bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid.[167] Dit is een uitbreiding van de huidige inspraakverordening, aangezien inspraak beperkt is tot de voorbereiding op beleid.[168] Daarnaast beschikt de VRA over een regeling voor de Reizigers Advies Raad (RAR), de consumentenorganisatie verantwoordelijk voor de regio. In de regeling is vastgelegd hoe de adviesprocedure er uitziet en op welke zaken de RAR advies kan geven.[169]

De provincie Utrecht beschikt, in overeenstemming met de Provinciewet, ook over een inspraakverordening. Deze verordening geeft de bestuursorganen van de provincie de mogelijkheid inspraak te verlenen buiten de momenten dat dit wettelijk verplicht is.[170] In de provincie is afgesproken dat inwoners kunnen inspreken tijdens commissievergaderingen. Ze kunnen inspreken over een bestaand agendapunt of een nieuw onderwerp aanhalen en krijgen daar vijf minuten spreektijd voor.[171]

Hoe ziet de inspraak van burgers er voor de drie vervoersautoriteiten in de praktijk uit?

De MRDH, de VRA en de provincie Utrecht hebben in beperkte mate, en in zoverre dit genoodzaakt is door de wet, vastgelegd hoe zij omgaan met inspraak van burgers. Door te kijken naar voorbeelden bieden wij inzicht in de verschillende manieren waarop er in de praktijk met inspraak van burgers wordt omgegaan in de drie vervoersautoriteiten. Wij kijken hierbij naar twee aspecten: de inspraak van burgers bij het vaststellen van kaderstellende beleidsdocumenten met betrekking tot openbaar vervoer en de inspraak van burgers bij de vervoerplanprocedure.

Inspraak van burgers op de voorbereiding van beleid binnen de MRDH

Inspraak van burgers op de voorbereiding van beleid is mogelijk via het inspreken tijdens vergaderingen van bestuursorganen van de MRDH. Zo hebben burgers in het proces tot vaststelling van de Strategische Agenda, een kaderstellend beleidsdocument van de MRDH, kunnen inspreken tijdens vergaderingen van het algemeen bestuur, de bestuurscommissie Vervoersautoriteit en de adviescommissie Vervoersautoriteit. Daarnaast konden burgers ook inspreken tijdens de gemeenteraadsvergaderingen waarbij de zienswijzen op de Strategische Agenda zijn besproken. Naast deze mogelijkheid tot inspreken zijn burgers verder niet betrokken geweest bij het proces tot vaststelling van de Strategische Agenda van de MRDH. Ook consumentenorganisatie Metrocov is door de MRDH niet betrokken bij de zienswijzeprocedure voor het document.[172] De MRDH is van plan bij de vaststelling van een Mobiliteitsvisie 2025 een pilot te starten voor burgerparticipatie.[173] Hiervoor wordt in afstemming met de deelnemende gemeente een participatieplan opgesteld.[174] De opgedane ervaringen van de pilot worden vervolgens meegenomen in de evaluatie van de MRDH.

Inspraak van burgers op de voorbereiding van beleid binnen de VRA

Inspraak tijdens de voorbereiding van beleid is binnen de VRA ook mogelijk via het inspreken tijdens vergaderingen van bestuursorganen. In tegenstelling tot de MRDH zijn burgers binnen de VRA daarnaast ook op andere manieren betrokken geweest bij de voorbereiding van beleid. Zo zijn burgers betrokken bij het proces tot vaststelling van een kaderstellend beleidsdocument: het Beleidskader Mobiliteit. Burgers hebben voorafgaand aan het opstellen van het concept beleidskader de mogelijkheid gekregen een bewonersenquête in te vullen.[175] Vervolgens zijn burgers, tijdens het consultatietraject op de concept vervoerplannen, betrokken doordat zij de mogelijkheid hebben gekregen een zienswijze in te dienen. Desondanks zijn er in de Nota van Beantwoording geen zienswijzen van individuele burgers opgenomen. Burgers zijn daarnaast betrokken via de RAR. De RAR heeft een zienswijze ingediend op het concept beleidskader, maar heeft eerder in het traject ook een eerste reactie over het beleidskader aan de regioraad toegezonden. Ook de organisatie Cliëntenbelang Amsterdam, die de belangen behartigt van Amsterdammers met een beperking, heeft een zienswijze ingediend.[176]

Inspraak van burgers op de voorbereiding van beleid binnen de provincie Utrecht

Burgers kunnen binnen de provincie Utrecht, net zoals binnen de MRDH en de VRA, inspreken tijdens vergaderingen van bestuursorganen. Voor het proces tot vaststelling van het kaderstellend beleidsdocument, het Mobiliteitsprogramma, konden burgers inspreken tijdens commissievergaderingen en vergaderingen van Provinciale Staten waar het Mobiliteitsprogramma behandeld werd. Ook binnen de provincie Utrecht zijn burgers naast de mogelijkheid om in te spreken tijdens vergaderingen op andere manieren betrokken geweest bij het proces tot vaststelling van een kaderstellend beleidsdocument. Burgers zijn namelijk betrokken geweest via het ROCOV en de Fietsersbond/Utrechts Fiets Overleg (UFO). Zij hadden een adviesrol.[177]

Inspraak van burgers op de uitvoering van beleid

Elk jaar stellen de vervoersautoriteiten vervoerplannen vast. Bij het opstellen van een vervoerplan zijn vervoersautoriteiten verplicht om consumentenorganisaties om een advies te vragen. Naast het feit dat consumentenorganisaties betrokken worden hebben wij ook gekeken of burgers zijn betrokken bij de vervoerplanprocedure voor de vervoerplannen van het jaar 2020, die in 2019 is doorlopen.[178]

De MRDH, de VRA en de provincie hebben burgers enkel betrokken via consumentenorganisaties in het proces tot vaststelling van de vervoerplannen voor het jaar 2020.

De MRDH betrok burgers in de procedure via het METROCOV. Het METROCOV is in de gelegenheid gesteld om een advies uit te brengen over het concept vervoerplan.[179] De VRA betrok burgers ook doordat zij RAR raadpleegden.[180] In de provincie Utrecht werd ROCOV geconsulteerd. Het ROCOV heeft advies kunnen geven over de concept vervoerplannen.

De vervoerders binnen de provincie Utrecht hebben burgers daarnaast ook betrokken doormiddel van een enquête. Burgers hebben de kans gekregen om een online enquête in te vullen over de voorstellen in het vervoerplan. De antwoorden zijn gebruikt voor het opstellen van het definitieve vervoerplan.[181]

Bijlage: Literatuur

Documenten op het Raadsinformatiesysteem gemeente Den Haag

  • RIS315478 Verslag, Verslag van de commissie Bestuur van 10 mei 2023, Gemeenteraad, 24 mei 2023.
  • RIS247632 Raadsmededeling bijlage, Procesbrief Metropoolregio, College van Burgemeester en Wethouders, 20 maart 2012.
  • RIS249042 Brief, Aanbieding zienswijzedocument Metropoolregio Rotterdam Den Haag, College van Burgemeester en Wethouders, 2 mei 2012.
  • RIS258613 Raadsvoorstel, Voorstel van het college inzake Haagse reactie op voorstellen Metropoolregio Rotterdam Den Haag, College van Burgemeester en Wethouders, 26 april 2013.
  • RIS295748 Raadsmededeling, Haags Overleg MRDH, College van burgemeester en wethouders, 29 november 2016.
  • RIS298507 Motie, Weloverwogen besluit over voorzetting Metropoolregio, Gemeenteraad, 23 november 2017.
  • RIS299735 Amendement, Democratische legitimiteit MRDH, Gemeenteraad, 17 mei 2018.
  • RIS302605 Amendement, Democratische legitimiteit MRDH, Gemeenteraad, 16 mei 2019.
  • RIS302728 Commissiebrief Bijlage 2, Ontwerp vervoerplannen 2020, College van burgemeester en wethouders, 27 maart 2019.
  • RIS308794 Amendement, Zienswijze MRDH, Gemeenteraad, 20 mei 2021.
  • RIS309273 Verslag, Notulen van de raad van 20 mei 2021 (dag), Gemeenteraad, 23 juni 2021.
  • RIS311303 Raadsvoorstel bijlage 3, Overzicht rollen, raken en bevoegdheden gremia MRDH, College van burgemeester en wethouders, 4 februari 2022.
  • RIS312032 Raadsvoorstel bijlage 3, kadernota MRDH begroting 2023, College van burgemeester en wethouders, 17 mei 2022.
  • RIS314431 Verslag, Verslag van de commissie Bestuur van 25 januari 2023, Gemeenteraad, 6 februari 2023.
  • RIS314511 Verslag, Verslag van de commissie Leefomgeving van 26 januari 2023, Gemeenteraad, 6 februari 2023.
  • RIS314793 Amendement, Meer inspraak in MRDH als prioriteit, Gemeenteraad 9 maart 2023.
  • RIS314799 Motie, Rekenkameronderzoek MRDH, Gemeenteraad, 9 maart 2023.
  • RIS315023 Verslag, Verslag van de commissie Leefomgeving van 23 maart 2023, Gemeenteraad, 30 maart 2023.
  • RIS315179 verslag, Verslag van de commissie bestuur van 5 april 2023, Gemeenteraad, 9 mei 2023.
  • RIS315216 Brief, Reactie verzoek rekenkameronderzoek Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH), Rekenkamer Den Haag, 13 april 2023.
  • RIS315513 Verslag, Verslag van de commissie Leefomgeving van 11 mei 2023, Gemeenteraad, 15 mei 2023.
  • RIS316237 Verslag, Verslag van de commissie Leefomgeving van 22 juni, Gemeenteraad, 10 juli 2023.
  • RIS316334 Verslag, Verslag van de commissie Bestuur van 23 augustus 2023, Gemeenteraad, 31 augustus 2023.
  • RIS316413 Verslag, Verslag van de commissie Leefomgeving van 24 augustus 2023, Gemeenteraad, 5 september 2023.
  • RIS316654 Verslag, Verslag van de commissie Bestuur van 27 september 2023, Gemeenteraad, 26 oktober 2023.
  • RIS316656 Raadsvoorstel bijlage 1, Concept-Ontwerp Gemeenschappelijke Regeling MRDH, gemeenteraad, 7 november 2023.
  • RIS316947 Verslag, Verslag van de commissie Bestuur van 11 oktober 2023, Gemeenteraad, 16 november 2023.
  • RIS317225 Verslag, Verslag van de commissie Leefomgeving van 16 november 2023, Gemeenteraad, 29 november 2023.
  • RIS317716 Verslag, Verslag van de commissie Leefomgeving van 7 december 2023, Gemeenteraad, 9 januari 2024.
  • RIS317716 Verslag, Verslag van de commissie Leefomgeving van 7 december 2023, Gemeenteraad, 9 januari 2024.
  • RIS318711 Raadsbesluit, Voorstel van het college inzake raadsvoorstel Vaststelling Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag, gemeenteraad, 23 april 2024
  • RIS318918 Besluitenlijst, Stemmingsoverzicht/Besluitenlijst Raad van 30 mei 2024, gemeenteraad, 30 mei 2024

Overige documenten

Wet- en regelgeving

  1. RIS314799 Motie, Rekenkameronderzoek MRDH, gemeenteraad, 9 maart 2023.
  2. RIS315216 Brief, Reactie verzoek rekenkameronderzoek Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH), rekenkamer Den Haag, 13 april 2023; RIS314799 Motie, Rekenkameronderzoek MRDH, gemeenteraad, 9 maart 2023; Interview.
  3. RIS298507 Motie, Weloverwogen besluit over voorzetting Metropoolregio, gemeenteraad, 23 november 2017; RIS299735 Amendement, Democratische legitimiteit MRDH, gemeenteraad, 17 mei 2018; RIS302605 Amendement, Democratische legitimiteit MRDH, gemeenteraad, 16 mei 2019; RIS308794 Amendement, Zienswijze MRDH, gemeenteraad, 20 mei 2021; RIS314793 Amendement, Meer inspraak in MRDH als prioriteit, gemeenteraad 9 maart 2023.
  4. RIS314793 Amendement, Meer inspraak in MRDH als prioriteit, gemeenteraad, 9 maart 2023.
  5. RIS309273 Verslag, Notulen van de raad van 20 mei 2021 (dag), gemeenteraad, 23 juni 2021, p. 27.
  6. RIS314328 bijlage 4, Reflecties op het concept-ontwerp Strategische Agenda, adviescommissie Vervoersautoriteit, 29 november 2022; RIS316656 Bijlage 5a, Advies adviescommissies inzake concept wijziging gemeenschappelijke regeling, adviescommissie Vervoersautoriteit, 21 juni 2023; RIS316656 Bijlage 5b, Reactie op advies adviescommissies inzake concept wijziging gemeenschappelijke regeling, algemeen bestuur, 8 september 2023.
  7. Bijdragen aan de regionale economie: onderzoek naar economisch programma MRDH, Rekenkamer Rotterdam, oktober 2022.
  8. Een gemeenschappelijke regeling is een samenwerkingsverband tussen meerdere overheden. Dit onderzoek richt zich op samenwerkingsverbanden tussen gemeenten.
  9. Raad & Regionale Samenwerking 2021, Nederlandse Vereniging voor Raadsleden, 14 december 2021, p. 3.
  10. We hebben gekozen om de MRDH met de VRA te vergelijken, omdat dit de enige andere gemeenschappelijke regeling is bij wie de verkeers- en vervoertaken zijn belegd. De provincie Utrecht hebben we gekozen omdat de provincie verantwoordelijk is voor het openbaar vervoer in een G4-gemeente en deze provincie het onderwerp is geweest van twee recente rekenkameronderzoeken naar het openbaar vervoer in de regio.
  11. MRDH-organisatie, website Metropoolregio Rotterdam Den Haag, (datum onbekend), https://mrdh.nl/wie-zijn/mrdh-organisatie, geraadpleegd op: 16 april 2024.
  12. Vergunningen, website Metropoolregio Rotterdam Den Haag, datum onbekend, https://www.mrdh.nl/doen/vergunningen, geraadpleegd op: 30 maart 2023; Concessies openbaar vervoer, website Metropoolregio Rotterdam Den Haag, datum onbekend, https://www.mrdh.nl/project/concessies-openbaar-vervoer, geraadpleegd op: 30 maart 2023; Instellingsbesluit van de gemeenteraden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Diemen, Edam-Volendam, Landsmeer, Ouder-Amstel, Oostzaan, Purmerend, Uithoorn, Waterland, Wormerland en Zaanstad houdende regels omtrent een gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke regeling Vervoerregio Amsterdam, 2021, artikel 4.
  13. Wet Personenvervoer 2000, artikel 20, lid 3; Besluit personenvervoer 2000, artikel 36b.
  14. Wgr, artikel 10, lid 2.
  15. Financiën, website Metropoolregio Rotterdam Den Haag, (datum onbekend), https://mrdh.nl/wie-zijn/financien, geraadpleegd op: 22 mei 2024; infographic ‘Hoe werkt de Vervoerregio’, Vervoerregio Amsterdam, zie: https://www.metropoolregioamsterdam.nl/wp-content/uploads/2022/02/Hoe-werkt-de-Vervoerregio.pdf.
  16. MRDH-organisatie, website Metropoolregio Rotterdam Den Haag, (datum onbekend), https://mrdh.nl/wie-zijn/mrdh-organisatie, geraadpleegd op: 16 april 2024
  17. Financiën, website Metropoolregio Rotterdam Den Haag, (datum onbekend), https://mrdh.nl/wie-zijn/financien, geraadpleegd op: 22 mei 2024
  18. Voorzieningen ter bevordering van de totstandkoming van regionaal bestuur in daartoe aangewezen gebieden (kaderwet bestuur in verandering), Tweede Kamer der Staten-Generaal, 6 december 1993, p. 2; Regionale samenwerking en gemeenteraden, Stichting Decentraalbestuur.nl in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, prof. Dr. K. Peters et al., september 2022, p. 15.
  19. Een wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) waarmee kaderwetgebieden werden opgeheven en er een voorziening werd geïntroduceerd voor het bestuur rond grote steden; Wijzigingswet Wgr-plus, website Eerste Kamer, (datum onbekend), https://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/29532_wijzigingswet_wgr_plus, geraadpleegd op: 8 mei 2024.
  20. Plussen en minnen: Evaluatie van de Wgr-plus, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, P. Castenmiller, P. Keur & B. Woudenberg, 4 augustus 2010, p. 13.
  21. Why fix it, i f it ain’t broke? De afschaffing van de Wgr-Plus verklaard, Decentraalbestuur.nl, K. Peters & P. Castenmiller, 24 februari 2016, p. 185-6.
  22. Een min voor stadsregio’s, website Binnenlands Bestuur, 17 september 2010, https://www.binnenlandsbestuur.nl/ruimte-en-milieu/een-min-voor-stadsregios, geraadpleegd op: 30 maart 2023.
  23. Why fix it, if it ain’t broke? De afschaffing van de Wgr-Plus verklaard, Decentraalbestuur.nl, K. Peters & P. Castenmiller, 24 februari 2016, p. 188.
  24. RIS249042 Brief, Aanbieding zienswijzedocument Metropoolregio Rotterdam Den Haag, College van Burgemeester en Wethouders, 2 mei 2012, p. 1.
  25. RIS247632 Raadsmededeling bijlage, Procesbrief Metropoolregio, College van Burgemeester en Wethouders, 20 maart 2012, p. 1.
  26. RIS258613 Raadsvoorstel, Voorstel van het college inzake Haagse reactie op voorstellen Metropoolregio Rotterdam Den Haag, College van Burgemeester en Wethouders, 26 april 2013, p. 5.
  27. RIS258613 Raadsvoorstel, Voorstel van het college inzake Haagse reactie op voorstellen Metropoolregio Rotterdam Den Haag, College van Burgemeester en Wethouders, 26 april 2013, p. 2-3.
  28. Financiële verordening MRDH 2015, artikels 2 en 3; RIS312032 Raadsvoorstel bijlage 3, kadernota MRDH begroting 2023, College van burgemeester en wethouders, 17 mei 2022; RIS316656 Raadsvoorstel bijlage 1, Concept-Ontwerp Gemeenschappelijke Regeling MRDH, gemeenteraad, 7 november 2023, artikel 2:3; Werkwijzer Metropoolregio Rotterdam Den Haag, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, 22 maart 2022, p. 5-6; Algemeen Bestuur, website Metropoolregio Rotterdam Den Haag, (datum onbekend), https://mrdh.nl/orgaan/algemeen-bestuur, geraadpleegd op: 16 april 2024; Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014, 2014, toelichting
  29. RIS316656 Raadsvoorstel bijlage 1, Concept-Ontwerp Gemeenschappelijke Regeling MRDH, gemeenteraad, 7 november 2023, artikel 2:3.
  30. RIS316656 Raadsvoorstel bijlage 1, Concept-Ontwerp Gemeenschappelijke Regeling MRDH, gemeenteraad, 7 november 2023, artikel 2:6; Werkwijzer Metropoolregio Rotterdam Den Haag, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, 22 maart 2022; Dagelijks Bestuur, website Metropoolregio Rotterdam Den Haag, (datum onbekend), https://mrdh.nl/orgaan/dagelijks-bestuur, geraadpleegd op: 16 april 2024
  31. RIS316656 Raadsvoorstel bijlage 1, Concept-Ontwerp Gemeenschappelijke Regeling MRDH, gemeenteraad, 7 november 2023, artikel 2:7; Werkwijzer Metropoolregio Rotterdam Den Haag, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, 22 maart 2022; Bestuurscommissie Vervoersautoriteit, website Metropoolregio Rotterdam Den Haag, (datum onbekend), https://mrdh.nl/orgaan/bestuurscommissie-vervoersautoriteit, geraadpleegd op: 16 april 2024.
  32. RIS316656 Raadsvoorstel bijlage 1, Concept-Ontwerp Gemeenschappelijke Regeling MRDH, gemeenteraad, 7 november 2023, artikel 2:7, lid 3; RIS311303 Raadsvoorstel bijlage 3, Overzicht rollen, raken en bevoegdheden gremia MRDH, College van burgemeester en wethouders, 4 februari 2022; Werkwijzer Metropoolregio Rotterdam Den Haag, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, 22 maart 2022
  33. RIS316656 Raadsvoorstel bijlage 1, Concept-Ontwerp Gemeenschappelijke Regeling MRDH, gemeenteraad, 7 november 2023, artikel 2:8; Werkwijzer Metropoolregio Rotterdam Den Haag, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, 22 maart 2022; Bestuur, website Metropoolregio Rotterdam Den Haag, (datum onbekend), https://mrdh.nl/wie-zijn/bestuur, geraadpleegd op: 16 april 2024; RIS311303 Raadsvoorstel bijlage 3, Overzicht rollen, raken en bevoegdheden gremia MRDH, College van burgemeester en wethouders, 4 februari 2022
  34. Instellingsbesluit adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH 2015, 2015, artikel 3, lid 1.
  35. Werkwijzer Metropoolregio Rotterdam Den Haag, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, 22 maart 2022;RIS311303 Raadsvoorstel bijlage 3, Overzicht rollen, raken en bevoegdheden gremia MRDH, College van burgemeester en wethouders, 4 februari 2022
  36. RIS315216 Brief, Reactie verzoek rekenkameronderzoek Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH), rekenkamer Den Haag, 13 april 2023); RIS314799 Motie, Rekenkameronderzoek MRDH, gemeenteraad, 9 maart 2023; Interview raadsleden adviescommissie Vervoersautoriteit.
  37. Wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en enige andere wetten in verband met het versterken van de democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen Memorie van Toelichting, Tweede Kamer der Staten-Generaal, 3 juli 2020, p. 6.
  38. RIS295748 Raadsmededeling, Haags Overleg MRDH, college van burgemeester en wethouders, 29 november 2016; RIS309273 Verslag, Gemeenteraad, 23 juni 2021; RIS308706 Verslag, Notulen van de vergadering van de raad van 25 maart 2021 (dag), Gemeenteraad, 10 mei 2021; RIS307590 Verslag, Verslag van de commissie Leefomgeving van 7 januari 2021, avond, Gemeenteraad, 25 januari 2021; RIS315023 Verslag, Verslag van de commissie Leefomgeving van 23 maart 2023, Gemeenteraad, 30 maart 2023; Intern gespreksverslag technische briefing Metropoolregio Rotterdam Den Haag aan commissie Leefomgeving, september 2023.
  39. RIS314431 Verslag, Verslag van de commissie Bestuur van 25 januari 2023, Gemeenteraad, 6 februari 2023; RIS315478 Verslag, Verslag van de commissie Bestuur van 10 mei 2023, Gemeenteraad, 24 mei 2023; RIS316947 Verslag, Verslag van de commissie Bestuur van 11 oktober 2023, Gemeenteraad, 16 november 2023.
  40. RIS315179 Verslag, Verslag van de commissie bestuur van 5 april 2023, Gemeenteraad, 9 mei 2023; RIS316334 Verslag, Verslag van de commissie Bestuur van 23 augustus 2023, Gemeenteraad, 31 augustus 2023; RIS316654 Verslag, Verslag van de commissie Bestuur van 27 september 2023, Gemeenteraad, 26 oktober 2023.
  41. RIS314511 Verslag, Verslag van de commissie Leefomgeving van 26 januari 2023, gemeenteraad, 6 februari 2023; RIS315023 Verslag, Verslag van de commissie Leefomgeving van 23 maart 2023, gemeenteraad 30 maart 2023; RIS315513 Verslag, Verslag van de commissie Leefomgeving van 11 mei 2023, gemeenteraad, 15 mei 2023; RIS316237 Verslag, Verslag van de commissie Leefomgeving van 22 juni, gemeenteraad, 10 juli 2023; RIS316413 Verslag, Verslag van de commissie Leefomgeving van 24 augustus 2023, gemeenteraad, 5 september 2023; RIS317225 Verslag, Verslag van de commissie Leefomgeving van 16 november 2023, gemeenteraad, 229 november 2023; RIS317716 Verslag, Verslag van de commissie Leefomgeving van 7 december 2023, gemeenteraad, 9 januari 2024.
  42. RIS295748 Raadsmededeling, Haags Overleg MRDH, college van burgemeester en wethouders, 29 november 2016.
  43. Memo: Betrokkenheid raadsleden bij de MRDH, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, 2 mei 2023.
  44. Wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en enige andere wetten in verband met het versterken van de democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen Memorie van Toelichting, Tweede Kamer der Staten-Generaal, 3 juli 2020, p. 2.
  45. Wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en enige andere wetten in verband met het versterken van de democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen Memorie van Toelichting, Tweede Kamer der Staten-Generaal, 3 juli 2020, p. 1.
  46. RIS318711 Raadsvoorstel Vaststelling wijziging gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag, Bijlage 2 Na zienswijze Artikelsgewijze toelichting, College van Burgemeester en Wethouders, 23 april 2024; RIS318711 Raadsvoorstel Vaststelling wijziging gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag, Bijlage 4 Na zienswijzen was wordt lijst huidige gr tegenover ontwerp gr, College van Burgemeester en Wethouders, 23 april 2024; Agendapost Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, 5 april 2024; Besluitenlijst Algemeen Bestuur vrijdag 5 april 2024, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, 15 april 2024; RR20240305 13e wijziging Gemeenschappelijke regeling Vervoerregio Amsterdam, Bijlage 1 Conceptbesluit 13e wijziging Gemeenschappelijke regeling Vervoerregio Amsterdam, Vervoerregio Amsterdam, 5 maart 2024; RR20240305 13e wijziging Gemeenschappelijke regeling Vervoerregio Amsterdam, Bijlage 2 Memo wijziging Gemeenschappelijke regeling Vervoerregio, Vervoerregio Amsterdam, 5 maart 2024; Conceptnotulen van de openbare vergadering van de regioraad op 5 maart 2024, Vervoerregio Amsterdam, 14 mei 2024.
  47. RIS318711 Raadsbesluit, Voorstel van het college inzake raadsvoorstel Vaststelling Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag, gemeenteraad, 23 april 2024; RIS318918 Besluitenlijst, Stemmingsoverzicht/Besluitenlijst Raad van 30 mei 2024, gemeenteraad, 30 mei 2024; Agendapost Wijziging Gemeenschappelijke Regeling MRDH, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, 20 maart 2024.
  48. Gespreksverslag directrice, juni 2023.
  49. Memo: Betrokkenheid gemeenteraden bij de MRDH, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, 3 mei 2023.
  50. Gespreksverslag directrice, juni 2023.
  51. Gespreksverslag technische briefing MRDH, september 2023
  52. RIS295748 Raadsmededeling, Haags Overleg MRDH, college van burgemeester en wethouders, 29 november 2016.
  53. Agendapost AC’s advies rode draden Strategische Agenda, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, 19 april 2023; Verslag adviescommissie Vervoersautoriteit 19 april 2023, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, 21 juni 2023.
  54. RIS316656 Raadsvoorstel bijlage 1, Concept-Ontwerp Gemeenschappelijke Regeling MRDH, gemeenteraad, 7 november 2023,artikel 2:1, lid 2; RIS316656 Raadsvoorstel bijlage 1, Concept-Ontwerp Gemeenschappelijke Regeling MRDH, gemeenteraad, 7 november 2023, artikel 4:1; Wet gemeenschappelijke regelingen, 2022, artikel 34.
  55. Werkwijzer Metropoolregio Rotterdam Den Haag, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, 22 maart 2022, p. 8; Rekeningcommissie, website Metropoolregio Rotterdam Den Haag, (datum onbekend), https://mrdh.nl/orgaan/rekeningcommissie, geraadpleegd op: 16 april 2024.
  56. Gemeentewet, 2024, artikel 198.
  57. Wet gemeenschappelijke regelingen. 2022, artikel 16.
  58. Besluit van het algemeen bestuur van gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag houdende regels voor het algemeen bestuur Reglement van orde van het algemeen bestuur MRDH 2015, 2018, artikel 35b; Reglement van orde voor het dagelijks bestuur MRDH 2015, 2017, artikel 11; Besluit van de Vervoersautoriteit MRDH van de gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag houdende regels omtrent de vervoersautoriteit MRDH (Reglement van orde Vervoersautoriteit MRDH), 2019, artikel 20; RIS316656 Raadsvoorstel bijlage 1, Concept-Ontwerp Gemeenschappelijke Regeling MRDH, gemeenteraad, 7 november 2023, artikel 2:2; RIS316656 Raadsvoorstel bijlage 1, Concept-Ontwerp Gemeenschappelijke Regeling MRDH, gemeenteraad, 7 november 2023,artikel 2:3, lid 5.
  59. Werkwijzer Metropoolregio Rotterdam Den Haag, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, 22 maart 2022, p.6; RIS316656 Raadsvoorstel bijlage 1, Concept-Ontwerp Gemeenschappelijke Regeling MRDH, gemeenteraad, 7 november 2023, artikel 2:2, lid 1.
  60. Wet gemeenschappelijke regelingen, 2022, artikel 19a; Wet gemeenschappelijke regelingen, 2022, artikel 25, lid 5.
  61. RIS317716 Verslag, Verslag van de commissie Leefomgeving van 7 december 2023, Gemeenteraad, 9 januari 2024.
  62. Bestuur & Organisatie, website Vervoerregio Amsterdam, (datum onbekend), Bestuur & organisatie – Vervoerregio Amsterdam, geraadpleegd op: 12april 2024; Instellingsbesluit van de gemeenteraden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Diemen, Edam-Volendam, Landsmeer, Ouder-Amstel, Oostzaan, Purmerend, Uithoorn, Waterland, Wormerland en Zaanstad houdende regels omtrent een gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke regeling Vervoerregio Amsterdam, 2021, artikel 1-6.
  63. Infographic ‘De Regioraad’, Vervoerregio Amsterdam, zie: 5299f5f3-be86-4700-8b87-46971ec3d073 (vervoerregio.nl); De Regioraad, website Vervoerregio Amsterdam, (datum onbekend), Regioraad – Vervoerregio Amsterdam, geraadpleegd op: 12 april 2024; Instellingsbesluit van de gemeenteraden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Diemen, Edam-Volendam, Landsmeer, Ouder-Amstel, Oostzaan, Purmerend, Uithoorn, Waterland, Wormerland en Zaanstad houdende regels omtrent een gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke regeling Vervoerregio Amsterdam, 2021, afdeling a De Regioraad.
  64. Het Dagelijks Bestuur, website Vervoerregio Amsterdam, (datum onbekend), Het Dagelijks Bestuur – Vervoerregio Amsterdam, geraadpleegd op: 12 april 2024; Instellingsbesluit van de gemeenteraden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Diemen, Edam-Volendam, Landsmeer, Ouder-Amstel, Oostzaan, Purmerend, Uithoorn, Waterland, Wormerland en Zaanstad houdende regels omtrent een gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke regeling Vervoerregio Amsterdam, 2021, afdeling b Het dagelijks bestuur.
  65. Instellingsbesluit van de gemeenteraden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Diemen, Edam-Volendam, Landsmeer, Ouder-Amstel, Oostzaan, Purmerend, Uithoorn, Waterland, Wormerland en Zaanstad houdende regels omtrent een gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke regeling Vervoerregio Amsterdam, 2021, artikel 38.
  66. Instellingsbesluit van de gemeenteraden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Diemen, Edam-Volendam, Landsmeer, Ouder-Amstel, Oostzaan, Purmerend, Uithoorn, Waterland, Wormerland en Zaanstad houdende regels omtrent een gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke regeling Vervoerregio Amsterdam, 2021, artikel 48; Portefeuillehoudersoverleggen, website Vervoerregio Amsterdam, (datum onbekend), Portefeuillehoudersoverleggen – Vervoerregio Amsterdam, geraadpleegd op: 12 april 2024.
  67. Commissies, website Vervoerregio Amsterdam, (datum onbekend), Commissies – Vervoerregio Amsterdam, geraadpleegd op: 12 april 2024; Instellingsbesluit van de gemeenteraden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Diemen, Edam-Volendam, Landsmeer, Ouder-Amstel, Oostzaan, Purmerend, Uithoorn, Waterland, Wormerland en Zaanstad houdende regels omtrent een gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke regeling Vervoerregio Amsterdam, 2021, artikel 47.
  68. Verordening op de commissies van advies voor de concessiegebieden in de Vervoerregio Amsterdam, 2024, artikel 1, 2, 4.
  69. Besluit wijziging van de Verordening op de commissies van advies voor de concessiegebieden in de Vervoerregio Amsterdam en artikelsgewijze toelichting, Vervoerregio Amsterdam, 5 maart 2024; Wijziging Verordening Adviescommissie OV-concessies, Vervoerregio Amsterdam, 5 maart 2024; Notulen Regioraad van de openbare vergadering van de Regioraad op 5 maart 2024, Vervoerregio Amsterdam, 14 mei 2024.
  70. Wet gemeenschappelijke regelingen, 2022, artikel 12.
  71. Wet gemeenschappelijke regelingen, 2022, artikel 13, lid 1.
  72. Verder in het rapport zal dit nader worden toegelicht maar: In de MRDH worden raden geadviseerd om collegeleden als vertegenwoordiger aan te wijzen. In de VRA hebben de raden gezamenlijk besloten vooral raadsleden aan te wijzen. Beide afspraken zijn niet in de gemeenschappelijke regeling opgenomen als een bepaling.
  73. Wet gemeenschappelijke regelingen, 2022, artikel 13, lid 3.
  74. Wet gemeenschappelijke regelingen, 2022, artikel 13, lid 4a.
  75. Wet gemeenschappelijke regelingen, 2022, artikel 13, lid 4.
  76. Wet gemeenschappelijke regelingen, 2022, artikel 13, lid 9, artikel 14, lid 1.
  77. In een duaal bestuursmodel is de raad verantwoordelijk voor kaderstelling, het college voor de uitvoering van beleid en de raad vervolgens voor de controle op de uitvoering van de taken door het college.
  78. Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014, 2014, toelichting.
  79. Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014, 2014, artikel 2:3, lid 1.
  80. Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014, 2014, artikel 2:3, lid 3.
  81. Instellingsbesluit van de gemeenteraden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Diemen, Edam-Volendam, Landsmeer, Ouder-Amstel, Oostzaan, Purmerend, Uithoorn, Waterland, Wormerland en Zaanstad houdende regels omtrent een gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke regeling Vervoerregio Amsterdam, 2021, afdeling a De Regioraad.
  82. Besluit van het algemeen bestuur van gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag houdende regels voor het algemeen bestuur Reglement van orde van het algemeen bestuur MRDH 2015, 2018, Hoofdstuk 3 Rechten van leden; Besluit van de regioraad van de Vervoerregio Amsterdam houdende regels omtrent het Reglement van orde voor vergaderingen van de regioraad (Reglement van orde voor vergaderingen van de regioraad van de Vervoerregio Amsterdam 2020), 2020, Hoofdstuk 3 Bevoegdheden en instrumenten regioraadsleden.
  83. Voorstellen werkwijze Regioraad, Vervoerregio Amsterdam, 12 december 2017.
  84. Instellingsbesluit van de gemeenteraden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Diemen, Edam-Volendam, Landsmeer, Ouder-Amstel, Oostzaan, Purmerend, Uithoorn, Waterland, Wormerland en Zaanstad houdende regels omtrent een gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke regeling Vervoerregio Amsterdam, 2021, artikel 19.
  85. Zie de volgende moties voor voorbeelden van samenwerking tussen partijleden van verschillende gemeenten: Motie ook de P (Privé auto) aandacht blijven geven, Vervoerregio Amsterdam, 25 oktober 2022; Goed werkgeverschap in aanbestedingen, Vervoerregio Amsterdam, 11 december 2018.
  86. Met uitzondering van de gemeenten Den Haag en Rotterdam die elk twee of drie vertegenwoordigers mogen hebben.
  87. Intern gespreksverslag technische briefing Metropoolregio Rotterdam Den Haag aan commissie Leefomgeving, september 2023.
  88. Beleidskader Mobiliteit ‘Verbinden in Verscheidenheid’ vastgesteld, website Vervoerregio Amsterdam, 1 november 2023, Beleidskader Mobiliteit ‘Verbinden in Verscheidenheid’ vastgesteld – Vervoerregio Amsterdam, geraadpleegd op: 12 april 2024; Verbinden in verscheidenheid: Beleidskader Mobiliteit deel A: Visie, Vervoerregio Amsterdam, 31 oktober 2023; Verbinden in verscheidenheid: Beleidskader Mobiliteit deel B: Uitwerking, Vervoerregio Amsterdam, 31 oktober 2023.
  89. Agendapost Concept ontwerp Strategische Agenda, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, bestuurscommissie Vervoersautoriteit, 16 november 2022; Agenda Regioraad, Vervoerregio Amsterdam, 31 oktober 2023.
  90. Instellingsbesluit van de gemeenteraden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Diemen, Edam-Volendam, Landsmeer, Ouder-Amstel, Oostzaan, Purmerend, Uithoorn, Waterland, Wormerland en Zaanstad houdende regels omtrent een gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke regeling Vervoerregio Amsterdam, 2021, artikel 5, 6 en 38; Wet Personenvervoer 2000. 2024. Artikel 20, lid 3.
  91. Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014, 2014, artikel 2:7, lid 3; Verordening vervoersautoriteit MRDH 2015. 2015. Artikel 3.
  92. Werkwijzer Metropoolregio Rotterdam Den Haag, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, 22 maart 2022, p. 6; Dagelijks Bestuur, website Metropoolregio Rotterdam Den haag, (datum onbekend), https://mrdh.nl/orgaan/dagelijks-bestuur, geraadpleegd op: 25 april 2024; ook de taken op het gebied van het economisch vestigingsklimaat liggen niet bij het dagelijks bestuur van de MRDH. Deze taken zijn belegd bij de bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat.
  93. Wet gemeenschappelijke regelingen, 2022, artikel 25, lid 2.
  94. Wet gemeenschappelijke regelingen, 2022, artikel 25, lid 3.
  95. Wet gemeenschappelijke regelingen, 2022, artikel 25, lid 1 en 3.
  96. Wet gemeenschappelijke regelingen, 2022, artikel 24.
  97. Wet gemeenschappelijke regelingen, 2022, artikel 24, lid 1.
  98. Wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en enige andere wetten in verband met het versterken van de democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen Memorie van Toelichting, Tweede Kamer der Staten-Generaal, 3 juli 2020, p. 9
  99. Handreiking Verbeterde democratische legitimatie bij gemeenschappelijke regelingen?, Vereniging van Nederlandse Gemeenten, oktober 2022, p. 17.
  100. Wet gemeenschappelijke regelingen, 2022, artikel 24a, lid 2.
  101. Wet gemeenschappelijke regelingen, 2022, artikel 24a, lid 3.
  102. Een bestuurscommissie is een commissie ter behartiging van bepaalde belangen. Een bestuurscommissie beschikt over de bevoegdheid om besluiten te nemen. Het is een commissie ter behartiging van bepaalde belangen. Een adviescommissie adviseert het bestuur van een gemeenschappelijke regeling; Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014, artikel 2:7; Werkwijzer Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2022, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, 30 maart 2022.
  103. Werkwijzer Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2022, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, 30 maart 2022.
  104. Verordening Vervoerautoriteit MRDH 2015, 2015, artikel 3, lid 1; Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014, 2014, artikel 3:4, lid 1.
  105. Hetzelfde geldt voor de bevoegdheid om rechte te heffen en de bevoegdheid om verordeningen vast te stellen die door strafbepaling of bestuursdwang te handhaven zijn.Wet gemeenschappelijke regelingen, 2022, artikel 25, lid 3.
  106. Verordening Vervoerautoriteit MRDH 2015, 2015, artikel 3, lid 4.
  107. Instellingsbesluit van de gemeenteraden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Diemen, Edam-Volendam, Landsmeer, Ouder-Amstel, Oostzaan, Purmerend, Uithoorn, Waterland, Wormerland en Zaanstad houdende regels omtrent een gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke regeling Vervoerregio Amsterdam, 2021. Artikel 6.
  108. Vervoerplannen, website Metropoolregio Rotterdam Den Haag, (datum onbekend), https://mrdh.nl/vervoerplannen, geraadpleegd op: 17 april 2024.
  109. De rekenkamer heeft gekeken naar de vervoerplannen voor het jaar 2020. De procedure tot vaststelling van deze vervoerplannen heeft plaatsgevonden in 2019. De rekenkamer heeft gekozen om naar de vervoerplannen voor het jaar 2020 te kijken, omdat dit het laatste jaar was voordat de coronacrisis effect heeft gehad op het OV en de gebruikelijke besluitvormingsprocedure voor de vervoerplannen.
  110. De MRDH kent voor de economische taak ook een adviescommissie.
  111. Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014, 2014, artikel 2:8.
  112. Verordening op de commissies van advies voor de concessiegebieden in de Vervoerregio Amsterdam, 2024, artikel 2.
  113. Amstelland en Meerlanden, Waterland, Zaanstreek en Amsterdam
  114. Verordening op de commissies van advies voor de concessiegebieden in de Vervoerregio Amsterdam, 2024, artikel 6.
  115. Verordening op de commissies van advies voor de concessiegebieden in de Vervoerregio Amsterdam, 2024, artikel 2, lid 1.
  116. Reglement voor de portefeuillehoudersoverleggen van de Vervoerregio Amsterdam 2005, 2017, artikel 7, lid 2.
  117. Verordening op de commissies van advies voor de concessiegebieden in de Vervoerregio Amsterdam, 2024, artikel 3, lid 4.
  118. Reacties op de concept ontwerp Strategische Agenda, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, 16 december 2022.
  119. Nota van beantwoording Zienswijzen Concept-ontwerp Strategische Agenda MRDH 2023-2026, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, 26 mei 2023.
  120. Sturing in de OV-concessies Utrecht, Randstedelijke Rekenkamer, 2021; Samen sturen: Onderzoek naar de bestuurlijke en ambtelijke aansturing van de realisatie van de Uithoflijn, Rekenkamer Utrecht en Randstedelijke Rekenkamer, 2018.
  121. Sturing in de OV-concessies Utrecht, Randstedelijke Rekenkamer, 2021, p.23; Wet personenvervoer 2000, 2024, artikel 20, lid 2.
  122. Provinciewet, 2024, artikel 7; Het bestuur van de provincie, website ProDemos, (datum onbekend), Het bestuur van de provincie – ProDemos, geraadpleegd op: 11 april 2024.
  123. Wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en enige andere wetten in verband met het versterken van de democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen Memorie van Toelichting, Tweede Kamer der Staten-Generaal, 3 juli 2020; Wet versterking legitimiteit gemeenschappelijke regelingen, website Raad van State, 22 april 2020, Wet versterking legitimiteit gemeenschappelijke regelingen. – Raad van State, geraadpleegd op: 11 april 2024.
  124. Provinciewet, artikel 143
  125. Sturing in de OV-concessies Utrecht, Randstedelijke Rekenkamer, 13 oktober 2021, p.7, 30-31.
  126. Mobiliteitsprogramma 2019-2023, provincie Utrecht, 12 juli 2018.
  127. Agenda commissie Milieu, Mobiliteit en Economie 18 juni, website Provinciale Staten Utrecht, 18 juni 2018, https://www.stateninformatie.provincie-utrecht.nl/Vergaderingen/Commissie-Milieu-Mobiliteit-en-Economie/2018/18-juni/19:00, geraadpleegd op: 18 april 2024; PS2018MME15 Commissieadvies Mobiliteitsprogramma 2019-2023, Provinciale Staten Utrecht, 18 juni 2018; Agenda provinciale staten 12 juli 2018, website Provinciale Staten Utrecht, 12 juli 2018, https://www.provincialestatenutrecht.nl/Vergaderingen/Provinciale-Staten/2018/12-juli/19:30, geraadpleegd op: 18 april 2024; Notulen van het verhandelde in de vergadering van Provinciale Staten van Utrecht gehouden op 12 juli 2018, Provinciale Staten Utrecht, 12 juli 2018.
  128. 2017MME78 Statenbrief Update mobiliteitsplan, College van Gedeputeerde Staten Utrecht, 9 mei 2017; Agenda provinciale staten 12 juli 2018, website Provinciale Staten Utrecht, 12 juli 2018, https://www.provincialestatenutrecht.nl/Vergaderingen/Provinciale-Staten/2018/12-juli/19:30, geraadpleegd op: 18 april 2024; Sturing in de OV-concessies Utrecht, Randstedelijke Rekenkamer, oktober 2021, p.7-9, 30-32; Nota van beantwoording mobiliteitsprogramma 2019-2023, Provincie Utrecht, 5 juni 2018.
  129. Sturing in de OV-concessies Utrecht, Randstedelijke Rekenkamer, 13 oktober 2021, p.8, 45-46; Wet personenvervoer 2000, 2024, artikel 20.
  130. Sturing in de OV-concessies Utrecht, Randstedelijke Rekenkamer, 13 oktober 2021, p.8-9, 59-62, 85-87.
  131. Statenbrief Vaststelling uitgangspunten vervoerplannen 2020 U-OV en Syntus, College van Gedeputeerde Staten, 29 januari 2019; 2019MM151 Statenbrief Vervoerplannen 2020 Syntus en U-OV, College van Gedeputeerde Staten, 17 september 2019.
  132. Sturing in de OV-concessies Utrecht, Randstedelijke Rekenkamer, oktober 2021, p.59.
  133. 2019MM151 Statenbrief Vervoerplannen 2020 Syntus en U-OV, College van Gedeputeerde Staten, 17 september 2019; Vergadering commissie Milieu en Mobiliteit 16 oktober 2019, website Provinciale Staten Utrecht, 16 oktober 2019, https://www.stateninformatie.provincie-utrecht.nl/Vergaderingen/Statencommissie-Milieu-en-Mobiliteit/2019/16-oktober/10:00/SB-vervoersplannen-2020-Syntus-en-U-OV-2019MM151, geraadpleegd op: 18 april 2024.
  134. PS2018MME15 Statenvoorstel Vaststellen Mobiliteitsprogramma 2029-2023, College van Gedeputeerde Staten, 5 juni 2018.
  135. 2017MME78 Statenbrief Update Mobiliteitsplan, College van Gedeputeerde Staten, 9 mei 2017; Vergadering Provinciale Staten 12 juli 2018, zie: Agenda provinciale staten 12 juli 2018, website Provinciale Staten Utrecht, 12 juli 2018, https://www.provincialestatenutrecht.nl/Vergaderingen/Provinciale-Staten/2018/12-juli/19:30, geraadpleegd op: 18 april 2024
  136. De U10 gemeenten zijn 16 gemeenten die, in de regio Utrecht, een netwerkorganisatie vormen. Zij werken samen als het gaat om grote maatschappelijke thema’s, zo ook voor mobiliteit.
  137. Reactie op concept-Mobiliteitsprogramma 2019-2023 Provincie Utrecht en Statenvoorstel nieuwe planning en extra budget, U10 bestuurstafel Mobiliteit, 9 februari 2018; Verslag van de extra vergadering van de Statencommissie Milieu, Mobiliteit en Economie van 12 februari 2018, Provinciale Staten Utrecht, 9 april 2018.
  138. Sturing in de OV-concessies Utrecht, Randstedelijke Rekenkamer, 13 oktober 2021, p.31.
  139. Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014, 2014, artikel 2:3, 2:6, 2:7, 2:8; Werkwijzer Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2022, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, 30 maart 2022.
  140. Nota van Reactie vervoerplannen 2020, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, 10 juli 2019; RIS302728 Commissiebrief Bijlage 2, Ontwerp vervoerplannen 2020, college van burgemeester en wethouders, 27 maart 2019; Voorstel Dagelijks Bestuur Vervoerplan Zaanstreek en Waterland 2020, Vervoerregio Amsterdam, 19 september 2019; Voorstel Dagelijks Bestuur Vaststelling vervoerplan 2020 Connexxion (Amstelland-Meerlanden), Vervoerregio Amsterdam, 13 juni 2019; Vervoerplan 2020 Concessie Amstelland en Meerlanden, Connexxion, 3 juni 2019; Vervoerplan 2020 Zaanstreek, Connexxion, mei 2019; 2019MM151 Statenbrief Vervoerplannen 2020 Syntus en U-OV, College van Gedeputeerde Staten, 17 september 2019; Vervoerplan 2020 Méér samenhang!, Syntus Utrecht, 15 augustus 2019; Vervoerplan 2020 Concessie tram en bus regio Utrecht, U-OV, 17 september 2019; Vergadering Statencommissie Milieu en Mobiliteit 16 oktober 2019, website Provinciale Staten, 16 oktober 2018, https://www.stateninformatie.provincie-utrecht.nl/Vergaderingen/Statencommissie-Milieu-en-Mobiliteit/2019/16-oktober/10:00/SB-vervoersplannen-2020-Syntus-en-U-OV-2019MM151, geraadpleegd op: 18 april 2024.
  141. 2019MM151 Statenbrief Vervoerplannen 2020 Syntus en U-OV, College van Gedeputeerde Staten, 17 september 2019; Werkwijzer Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2022, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, 30 maart 2022; Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014, artikel 2:7; Samenvatting ontwerpvervoerplannen 2020 en eventuele aanpassingen op basis van de Nota van Reactie, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, 10 juli 2019
  142. 2018MME123 Nota van beantwoording Mobiliteitsprogramma 2019-2023, Provincie Utrecht, 5 juni 2018, p.3; 2017MME78 Statenbrief Update Mobiliteitsplan, College van Gedeputeerde Staten, 9 mei 2017.
  143. SV 2018, nr. 20 over Totstandkoming U 10-brief mobiliteitsprogramma en Uithoflijn (met antwoord), College Burgemeester en wethouder gemeente Utrecht, 21 februari 2018
  144. Reactie op concept-Mobiliteitsprogramma 2019-2023 Provincie Utrecht en Statenvoorstel nieuwe planning en extra budget, U10 bestuurstafel Mobiliteit, 9 februari 2018.
  145. SV 2018, nr. 20 over Totstandkoming U 10-brief mobiliteitsprogramma en Uithoflijn (met antwoord), College van Burgemeester en Wethouders gemeente Utrecht, 21 februari 2018.
  146. Toelichting bij Algemene regels voor uittreding uit de Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014 (de Uittreedregels), Metropoolregio Rotterdam Den Haag, 12 juli 2019.
  147. Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014, 2014, artikel 6, lid 2.
  148. Besluit van het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Metropoolregio Rotterdam Den Haag houdende regels omtrent uittreding uit de gemeenschappelijke regeling (Algemene regels voor uittreding uit de Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014), 2019, artikel 3, lid 3; RIS318711 Raadsvoorstel Vaststelling wijziging gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag, Bijlage 2 Na zienswijze Artikelsgewijze toelichting, College van Burgemeester en Wethouders, 23 april 2024.
  149. Besluit van het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Metropoolregio Rotterdam Den Haag houdende regels omtrent uittreding uit de gemeenschappelijke regeling (Algemene regels voor uittreding uit de Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014), 2019, artikel 6, lid 1; RIS318711 Raadsvoorstel Vaststelling wijziging gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag, Bijlage 2 Na zienswijze Artikelsgewijze toelichting, College van Burgemeester en Wethouders, 23 april 2024.
  150. Besluit van het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Metropoolregio Rotterdam Den Haag houdende regels omtrent uittreding uit de gemeenschappelijke regeling (Algemene regels voor uittreding uit de Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014), 2019, artikel 5, lid 3; RIS318711 Raadsvoorstel Vaststelling wijziging gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag, Bijlage 2 Na zienswijze Artikelsgewijze toelichting, College van Burgemeester en Wethouders, 23 april 2024.
  151. Besluit van het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Metropoolregio Rotterdam Den Haag houdende regels omtrent uittreding uit de gemeenschappelijke regeling (Algemene regels voor uittreding uit de Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014), 2019, artikel 8.
  152. In artikel 36b van het Besluit personenvervoer 2000 heeft het Rijk bepaald dat voor het gebied dat bestaat uit de 21 gemeenten die deelnemen aan de MRDH het dagelijks bestuur van de MRDH bevoegd is tot het verlenen, wijzigen en intrekken van concessies zoals bedoeld in de Wet personenvervoer 2000.
  153. RIS310533 Motie, Transitie OV alleen na raadpleging bewoners, gemeenteraad, 4 november 2021; RIS 314793 Amendement, Meer inspraak in MRDH als prioriteit, gemeenteraad, 9 maart 2023.
  154. RIS314328 bijlage 4, Reflecties op het concept-ontwerp Strategische Agenda, adviescommissie Vervoersautoriteit, 29 november 2022; RIS316656 Bijlage 5a, Advies adviescommissies inzake concept wijziging gemeenschappelijke regeling, adviescommissie Vervoersautoriteit, 21 juni 2023; RIS316656 Bijlage 5b, Reactie op advies adviescommissies inzake concept wijziging gemeenschappelijke regeling, algemeen bestuur, 8 september 2023.
  155. Gemeentewet, 2024, artikel 150; Provinciewet, 2024, artikel 147.
  156. Burgerparticipatie, website Kennispunt Lokale Politieke Partijen, (datum onbekend), https://www.lokalepolitiekepartijen.nl/dossier/burgerparticipatie/, geraadpleegd op: 8 mei 2024
  157. Wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en enige andere wetten in verband met het versterken van de democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen Memorie van Toelichting, Tweede Kamer der Staten-Generaal, 3 juli 2020, p. 13.
  158. Wet gemeenschappelijke regelingen, 2022, artikel 10, lid 7.
  159. Wet personenvervoer 2000, 2024, artikel 27.
  160. Wet personenvervoer 2000, 2024, artikel 31.
  161. Wet personenvervoer 2000, 2024, artikel 27.
  162. Home, website Metrocov, https://www.metrocov.nl/, geraadpleegd op: 22 mei 2024; Welkom bij de Reizigers Advies Raad (RAR), website Reizigers Advies Raad, https://rar.vervoerregio.nl/, geraadpleegd op: 22 mei 2024; Over ROCOV, website ROCOV Utrecht, https://www.rocovutrecht.nl/over-rocov, geraadpleegd op: 22 mei 2024.
  163. Besluit van de Vervoersautoriteit MRDH van de gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag houdende regels omtrent de vervoersautoriteit MRDH (Reglement van orde Vervoersautoriteit MRDH), 2019, artikel 13a; Besluit van het algemeen bestuur van gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag houdende regels voor het algemeen bestuur Reglement van orde van het algemeen bestuur MRDH 2015. 2018, artikel 42a; Reglement van orde Adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH 2015, 2017, artikel 20.
  164. RIS316656 bijlage 1, Concept-ontwerp Gemeenschappelijke Regeling MRDH, algemeen bestuur, 8 november 2023; RIS316656 Bijlage 4, Artikelsgewijze toelichting, algemeen bestuur, 8 november 2023.
  165. RIS311099 Bijlage 3, Reactie advies 1e herijking Transitieprogramma, algemeen bestuur, 15 december 2021.
  166. Inspraakverordening van de Vervoerregio Amsterdam, 2017, artikel 3; Inspraakverordening van de Vervoerregio Amsterdam, 2017, artikel 2, lid 1.
  167. 13e Wijziging Gemeenschappelijke regeling Vervoerregio Amsterdam, Regioraad Vervoerregio Amsterdam, 5 maart 2024.
  168. Memo Gevolgen wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen voor deGemeenschappelijke regeling van de Vervoerregio Amsterdam, Regioraad Vervoerregio Amsterdam, 1 februari 2024, p. 4-5.
  169. Besluit van het dagelijks bestuur van de Vervoerregio Amsterdam tot vaststelling van de Regeling voor de Reizigers Advies Raad van de Vervoerregio Amsterdam 2019, 2019, artikel 2 & 3.
  170. Besluit van provinciale staten van Utrecht van 3 juli 2006 houdende regels voor inspraak, 2006, artikel 1, lid 1.
  171. Inspreken, website Provincie Utrecht, (datum onbekend), https://www.stateninformatie.provincie-utrecht.nl/doe_mee_/inspreken/#:~:text=Je%20kunt%20als%20inwoner%2C%20betrokken,commissieleden%2C%20vijf%20minuten%20het%20woord, geraadpleegd op: 10 mei 2024
  172. Stad in de raad, website Gemeente Den Haag, 3 april 2024, https://www.denhaag.nl/nl/gemeenteraad/stad-in-de-raad/, geraadpleegd op: 10 mei 2024.
  173. Agendapost Plan van aanpak Mobiliteitsvisie, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, 3 april 2024, p.3. Plan van aanpak Mobiliteitsvisie, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, 3 april 2024, p. 4-6.
  174. Plan van aanpak Mobiliteitsvisie, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, 3 april 2024, p. 4-6.
  175. Rapportage inwonersonderzoek herijking Beleidskader, Moventem, 6 april 2023.
  176. Regioraadsbrief aangepaste planning nieuw Beleidskader Mobiliteit, Vervoerregio Amsterdam, 16 januari 2023; Reizigers Advies Raad 1e reactie nieuw Beleidskader Mobiliteit, Reizigers Advies Raad, 24 april 2023; Brief Beleidskader Mobiliteit, Reizigers Advies Raad, 20 oktober 2023; Nota van Beantwoording: Ontwerp Beleidskader Mobiliteit Vervoerregio Amsterdam, Vervoerregio Amsterdam, 28 augustus 2023; Publieksjaarverslag 2022, website Cliëntenbelang Amsterdam, (datum onbekend), Inhoudsopgave – Publieksjaarverslag 2022 (foleon.com), geraadpleegd op: 25 april 2024.
  177. 81CF5704 Nota van beantwoording mobiliteitsprogramma 2019-2023, Provincie Utrecht, 5 juni 2018; Inspreken, website Provincie Utrecht, (datum onbekend), https://www.stateninformatie.provincie-utrecht.nl/doe_mee_/inspreken/#:~:text=Je%20kunt%20als%20inwoner%2C%20betrokken,commissieleden%2C%20vijf%20minuten%20het%20woord, geraadpleegd op: 10 mei 2024
  178. Wij hebben hiervoor gekozen omdat dit het laatste jaar was waarin corona geen effect heeft gehad op de besluitvorming van de vervoerplanprocedures. De MRDH volgt in 2024, voor de vervoerplannen voor het jaar 2025, weer de reguliere vervoerplanprocedure.
  179. Over ons, website METROCOV, (datum onbekend), Over Ons – Metrocov, geraadpleegd op: 25 april 2024; Samenvatting ontwerpvervoerplannen 2020 en eventuele aanpassingen op basis van de Nota van Reactie, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, 10 juli 2019; Nota van Reactie Vervoerplannen 2020, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, 10 juli 2019.
  180. Welkom bij de Reizigers Advies Raad (RAR), Website Reizigers Advies Raad, (datum onbekend), Home – Reizigers Advies Raad voor de Vervoerregio Amsterdam, geraadpleegd op: 25 april 2024; Vervoerplan Waterland 2020, EBS; Vervoerplan 2020 Zaanstreek, Connexxion, mei 2019; Vervoerplan 2020 Concessie Amstelland en Meerlanden, Connexxion, 3 juni 2019; Brief Connexxion Vervoerplan 2020, Vervoerregio Amsterdam, 4 juni 2019.
  181. Over ROCOV, website ROCOV, (datum onbekend), ROCOV Utrecht – Over ROCOV, geraadpleegd op: 25 april 2024; 2019MM151 Statenbrief Vervoerplannen 2020 Syntus en U-OV, College van Gedeputeerde Staten, 17 september 2019; Vervoerplan 2020: Méér samenhang!, Syntus Utrecht, 15 augustus 2019; Vervoerplan 2020: Concessie tram en bus regio Utrecht, U-OV, 17 september 2019.